Genderneutrale aanspreekvorm miskent bijna alle mensen
Er zijn bijna geen transgenders. Verhef hen daarom niet tot norm voor beleid, maar geef hun wel ruimte, adviseert mr. Jasper Endeman.
Onlangs kreeg ik van een bestuurlijke instelling de vraag hoe men binnen die instelling zou moeten omgaan met eventuele transgenders.
De eerste vraag bij elk bestuurlijk probleem is om hoeveel gevallen het gaat. Op basis van wat de media zeggen, zou je denken dat er een enorme groep transgenders is. Een arts die ik consulteerde, was echter verhelderend over hoe zeldzaam transgenderisme is.
Trouw sprak van 48.000 gevallen. Dat zou ongeveer 0,3 procent van de bevolking zijn. Onderzoek van Dick Swaab resulteerde echter in (nog) lagere getallen: 0,01 procent van de mannen en 0,003 procent van de vrouwen. De hoogste getallen komen van de transgenderactivist en journalist Lynn Conway: 0,05 tot 0,2 procent. Dat zijn ongeveer 34.000 personen, een zeer kleine groep. Wil je voor 34.000 personen de aanspreekvormen van 8,5 miljoen mannen en 8,5 miljoen vrouwen aanpassen?
Bedenk ook dat een deel van de transgenders geen vrouw maar juist een man wil zijn, of andersom. Zij willen juist als meneer of mevrouw worden aangesproken, zich als zodanig kleden of een dames- of herentoilet tot hun beschikking hebben.
Transgenderisme moet ook niet verward worden met seksuele voorkeuren zoals bi- of homoseksualiteit. Activisten betrekken mensen met deze voorkeuren er vaak bij om tot grotere getallen te komen. Maar een vrouw die wel eens geïnteresseerd is geweest in een andere vrouw, zal zichzelf meestal nog steeds op en top vrouw voelen. Seksuele voorkeur is dus niet hetzelfde als geslachtsidentiteit.
Medische oorzaak
Transgenderisme kan ontstaan door een hormoonstoornis in de baarmoeder (onder andere door bepaalde medicatie) dan wel een chromosomale oorsprong hebben. Er is dus een bonafide medische oorzaak. Het kan niet afgedaan worden als ‘gekkigheid’. Transgenders moeten serieus genomen worden, zowel fysiek-medisch als sociaal.
Transgenders worden zichtbaarder in de samenleving, maar hun aantal neemt in principe niet toe. Van de genoemde oorzaken is immers niet steeds veelvuldiger sprake. Het valt zelfs te verwachten dat het aantal transgenders in de toekomst zal afnemen, doordat steeds meer bekend wordt hoe hormoonstoornissen tijdens een zwangerschap kunnen worden voorkomen. Transgenderisme zal dus een weinig voorkomend fenomeen blijven.
Termen
Dit is een belangrijk gegeven voor bestuurders. Het is namelijk niet zo dat de wereld steeds meer transgenders gaat tellen, wat sommige activisten ons willen laten geloven. Man/vrouw is geen ”sociaal construct” dat zijn beste tijd heeft gehad. Het is ook de basis in het hele dierenrijk, met heel spaarzame uitzonderingen. Er is dus beslist geen derde sekse.
Juist die term en vele andere termen vormen het verzonnen ”construct”. Deze zijn in het leven geroepen om subgroepjes een woord te geven waarbij ze zich prettig voelen. Dat is de definitie van een construct. Als bestuurder moet je problemen serieus nemen, maar niet meegaan in een ideologisch, niet-medisch jargon.
Miskenning
Er zijn twee categorieën bestuurlijke maatregelen mogelijk: maatregelen die specifiek gericht zijn op een groep of individu en maatregelen die alle burgers raken.
Een genderneutraal toilet naast een heren- en een damestoilet is een maatregel specifiek voor de groep transgenders. Maar als dames- en herentoiletten worden samengevoegd, raakt dat iedereen.
In het eerste geval is het zogenoemde evenredigheidsbeginsel van belang: wegen de kosten op tegen de baten? Een voorbeeld is het aanpassen van de gemeentelijke basisadministratie door naast ”m/v” ook ”t” aan te kunnen geven. Dit lijkt meestal goed te rechtvaardigen.
Bij de tweede categorie treedt echter een ander bestuursbeginsel op de voorgrond: de belangenafweging. Transgenders moet recht gedaan worden. Maar de andere 99,7 procent van de mensen ook. Genderneutrale aanspreekvormen en toiletten zouden hen miskennen. Er zullen meer mensen zijn die nadelen ondervinden van bijvoorbeeld gemengde openbare toiletten dan transgenders die gescheiden toiletten confronterend vinden.
Ter vergelijking: voor mensen met glutenallergie staan er vaak een paar extra items op de menukaart, maar je maakt niet het hele menu glutenvrij. Want andere mensen mogen wel alles eten.
Onder druk gezet
Het principe is helder: voor heel kleine groepen maak je uitzonderingen op de norm, maar je past de norm zélf niet aan. Het is dus een understatement om het besluit tot genderneutrale aanspreekvormen (dat is: de norm aanpassen) een scheve belangenafweging te noemen. Het is niet minder dan bestuurlijke hysterie.
Dit komt door een ontzettend goed georganiseerde lobby, met directe lijnen naar politici, en een hoge gunfactor bij Nederlandse media en BN’ers. Men weet het onderwerp op te blazen tot enorme proporties.
Soms voelen bestuurders zich daardoor onder druk gezet. Dat is geen goede zaak. Kijk daarom wat je voor transgenders kunt doen binnen de beschreven grenzen, maar laat je niet gek maken, hoe stevig je ook belobbyd wordt.
De auteur is bestuursjurist en zelfstandig adviseur van (semi)publieke instellingen.