Oorlog in Syrië is echt nog niet gewonnen
We hebben de oorlog in Syrië gewonnen. Er zijn her en der nog wat gevechten gaande, maar de strijd is zo goed als gestreden.
Dat waren gisteren de triomfantelijke woorden van Hezbollahleider Hassan Nasrallah. De Libanese beweging heeft de afgelopen zes jaar duizenden manschappen naar Syrië gestuurd om het Syrische regeringsleger te helpen in de strijd tegen opstandelingen. Die varieerden van leden van het Vrije Syrische Leger tot terroristen van Islamitische Staat.
Dat de oorlog in Syrië zo’n beetje afgelopen is, zou op zichzelf goed nieuws zijn. Het geweld in het Arabische land heeft inmiddels aan honderdduizenden mensen het leven gekost. Officiële tellingen van het aantal slachtoffers worden niet eens meer bijgehouden. Om nog maar niet te spreken van het immense aantal gewonden.
En om nog maar helemaal niet te spreken van de gigantische vluchtelingenstroom die het Syrische conflict op gang heeft gebracht. Daar weten we in Europa inmiddels alles van.
De vraag is intussen of de oorlog in Syrië écht op zijn retour is. Islamitische Staat heeft nog altijd een aantal bolwerken stevig in handen. En ook terreurbewegingen als al-Qaida en al-Nusra roeren zich nog stevig, vooral aan de grenzen met Israël.
Maar stél nu dat er daadwerkelijk licht aan het einde van die schijnbaar eindeloze tunnel van geweld is. Wat schiet er dan over voor de toekomst van het geteisterde land?
Een land dat in puin ligt. Dat is één ding dat zeker is. De beelden van de afgelopen jaren laten wat dat betreft aan duidelijkheid weinig te wensen over.
Een leeggelopen land, ook. En het is maar de vraag of de Syrische vluchtelingen ooit naar hun bakermat terug zullen keren. Want wat moet je, als je huis in puin geschoten is? Als je familie is uitgemoord? Als je een betere toekomst in een westers land lijkt te hebben opgebouwd?
En wat gebeurt er met al die buitenlandse jihadisten die zich in het Syrische strijdperk hebben begeven? Nu al breken westerse inlichtingendiensten zich het hoofd over de vraag hoe ze terugkerende strijders in de gaten moeten houden. Dat lukt in lang niet alle gevallen.
Om nog maar niet te spreken over de geopolitieke wijzigingen die het Syrische conflict met zich mee heeft gebracht. De strategische as tussen Iran, Syrië en Libanon (lees: Hezbollah) lijkt met de voorlopige uitkomst van het huidige conflict volledig hersteld, of waarschijnlijk zelfs sterk verstevigd.
Israël ziet die ontwikkelingen vanzelfsprekend met argusogen aan. Niet voor niets hield het Israëlische leger de afgelopen dagen een van de grootste militaire oefeningen ooit. Bedoeld om een gesimuleerde aanval van Hezbollah vanuit Libanon het hoofd te bieden.
Vooralsnog heeft Hezbollah de handen nog even vol aan de strijd in Syrië. Maar het valt volstrekt niet uit te sluiten dat een confrontatie met Israël ophanden is.
Zeker niet nu Hezbollah heeft verklaard dat de oorlog in Syrië is gewonnen. En zeker niet als we weten dat Hezbollahstrijders de afgelopen jaren veel gevechtservaring hebben opgedaan en hun wapenarsenaal genoegzaam hebben aangevuld.