Jorge Gomez: Mensen zijn wanhopig op zoek naar vrede
„In Honduras is een enorme honger naar het Woord van God”, zegt de directeur van het Hondurees Bijbelgenootschap, Jorge Gomez (58). „In een situatie van corruptie en geweld klinkt een boodschap van hoop.”
Gomez was vorige week samen met zijn vrouw Marybel (58), die ook bij het Bijbelgenootschap werkt, op bezoek in Nederland. Ze waren te gast in het kantoor van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) in Haarlem.
Het NBG steunt het werk van het Hondurees Bijbelgenootschap met 4500 Bijbels voor gevangenen en politieagenten in Honduras (Midden-Amerika). Ook bezoekt Gomez een dezer dagen het Bijbelgenootschap van Noord-Ierland in Belfast. Dat ondersteunt het werk van Gomez al meer dan twintig jaar, sinds de orkaan Mitch in 1998 veel leed en verwoestingen aanrichtte in het land.
Gomez studeerde theologie in de Verenigde Staten, was predikant in een wesleyaans-methodistische gemeente en leraar op een middelbare school. Ook zijn vader was directeur van het Hondurees Bijbelgenootschap. Toen de organisatie een opvolger zocht, kwam ze bij Gomez uit.
Honduras behoort tot de gewelddadigste en corruptste landen ter wereld. Relatief gezien worden er de meeste moorden gepleegd. Ongeveer 60 procent van de kerken is rooms-katholiek, 40 procent is protestant, zegt Gomez.
Wat doet het Hondurees Bijbelgenootschap?
„Wij hebben drie pijlers: het vertalen, produceren en distribueren van Bijbels. Dat doen wij voor scholen en kerken, zodat zij de Bijbel kunnen onderwijzen. Wij willen dat mensen de Bijbel in hun eigen taal krijgen. Daarnaast proberen we samen te werken met organisaties buiten de kerk, om bijvoorbeeld agenten en gevangenen te onderwijzen in de Bijbelse principes.”
Wat is de missie van het Bijbelgenootschap?
„Wij willen de cultuur in Honduras veranderen. Het land staat bekend vanwege de corruptie en de misdaad. Het Bijbelgenootschap hoopt een nieuwe generatie op te zien groeien waarvoor de Bijbel een rol speelt in het onderwijs dat ze ontvangen. We zijn geen kerk, we evangeliseren niet, maar we voorzien de kerken van Bijbels om te kunnen evangeliseren. Daarbij richten we ons op kinderen en op de jeugd om kennis te nemen van de Bijbel. Wij hopen dat de Bijbel een transformerende factor wordt voor de cultuur in Honduras.”
Veel mensen in Honduras gaan naar de kerk. Leeft het geloof onder hen?
„Minder en minder wordt er uit de Bijbel gepreekt. Veel kerken gaan mee met trends. Zo zijn er in kerken bepaalde „apostelen” die zich beroepen op een directe verhouding met God. Het Woord van God is dan niet nodig en wordt niet gelezen. Daarnaast trekt het welvaartsevangelie sterk, waarbij mensen rijkdom en voorspoed worden beloofd. Als mensen nauwelijks iets hebben, slaat die boodschap aan.”
Uw organisatie verspreidt onder meer Bijbels onder politieagenten en gevangenen. Hoe doet u dat?
„Om politieagenten te bereiken, werken we samen met een christelijke organisatie binnen het politiekorps en christelijke politieagenten. Het is echter moeilijk om verandering aan te brengen, omdat de grip van drugskartels op de politieagenten groot is. Toch proberen wij de agenten te onderwijzen in leiderschap en familiewaarden vanuit de Bijbel. Onder gevangenen proberen wij het Woord van God te verspreiden via pastors die in de gevangenis werken. Dit is echter zeer gevaarlijk, want de gevangenissen zijn overvol en er zijn veel conflicten. Toch is er een positieve reactie op het Woord van God, zowel bij politieagenten als bij gevangenen.”
Ziet u in Honduras een honger naar het Woord van God, de Bijbel?
„Ja, die is heel groot. Mensen zijn wanhopig, ze zoeken te midden van al de corruptie en het geweld naar hoop. Een uitdaging voor onze organisatie is om te midden van deze crisis het Woord van God te delen. Maar deze honger heeft ook iets gevaarlijks. Wanneer je iemand voedt die in grote hongersnood is, kun je gemakkelijk aan zo iemand het verkeerde voedsel geven. Dat gebeurt met veel mensen in Honduras. Ze worden gevoed met dingen die niets te maken hebben met de Schrift, zoals het welvaartsevangelie. De mensen zijn wanhopig op zoek naar vrede, iemand die ze kunnen vertrouwen, in wie ze kunnen geloven.”
Wat is uw drijfveer voor dit werk?
„Meer en meer wil ik iets betekenen voor een nieuwe generatie. Ik had het voorrecht op te groeien in een huis waarin Bijbelse principes werden onderwezen. Maar nu zie ik jongeren opgroeien die het Woord van God niet kennen. Ik hoop dat een nieuwe generatie het Woord van God gaat lezen en toepassen. Ik raak gemotiveerd als ik kleine kinderen in de Bijbel zie lezen.”
Wat kunnen Nederlanders van u en uw land leren?
„Ik hoop dat de mensen in Nederland niet de God van het verleden vergeten, Die een hoop zendingswerkers heeft gestuurd naar ons werelddeel. Zij brachten ons de boodschap van het Evangelie. Ik hoop dat de jeugd hier in Nederland zich zal verbinden aan deze God van het verleden.”