Wall Street sluit met bescheiden winsten
De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met bescheiden winsten de handel uit gegaan. Beleggers keken met een schuin oog naar orkaan Irma, die momenteel huishoudt in het Caribisch gebied en mogelijk naar Florida trekt. Ook de aanhoudende spanning rondom Noord-Korea bleef de gemoederen op Wall Street bezighouden. Een stemming over een noodzakelijke verhoging van het schuldenplafond van de VS werd uitgesteld tot december.
De leidende Dow-Jonesindex sloot met een winst van 0,3 procent op 21.807,64 punten. De brede S&P 500 eindigde ook 0,3 procent hoger, op 2465,54 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq won eveneens 0,3 procent, tot 6393,31 punten.
Ook verwerkten beleggers het nieuws dat vicevoorzitter Stanley Fischer de Federal Reserve volgende maand om persoonlijke redenen zal verlaten. Daarmee krijgt president Donald Trump sneller de mogelijkheid om de Fed en daarmee het monetaire beleid meer naar zijn hand te zetten. Door het vertrek zijn nu vier van de zeven zetels in het bestuur van de koepel van centrale banken vacant. Kandidaten van de toenmalige president Barack Obama kwamen eerder niet door de Senaat.
Ook stonden automakers in de schijnwerpers. Uit een rapport van de Fed kwam naar voren dat er over het hele land signalen zijn die wijzen op een vertraging in de sector. Zo was er in sommige regio’s sprake van dalende verkopen en gestegen voorraden. Beleggers leken niet onder de indruk. Automakers als Ford en General Motors wonnen ruim 1 procent. Fiat Chrysler zag zijn beurswaarde 5,5 procent stijgen, geholpen door een adviesverhoging.
HP Enterprise verloor 1,9 procent na een adviesverlaging. Het software- en serverbedrijf kwam dinsdag na de slotbel nog met een hoger dan verwachte winst, mede door het afstoten van een deel van zijn softwareactiviteiten. Intel won 2,1 procent, na een overwinning van de chipgigant in een rechtszaak tegen de Europese Commissie.
Trivago zag meer dan 16 procent van zijn beurswaarde verdampen. De Duitse hotelvergelijker, die een notering heeft in New York, kwam met een winstwaarschuwing.
De euro was 1,1915 dollar waard, tegen 1,1943 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie steeg 1 procent in prijs tot 49,14 dollar. Brentolie kostte 1,6 procent meer en werd verhandeld voor 54,22 dollar per vat.