Kritiek op beleid kermis in Leerdam
„Unfair.” Zo kwalificeerde SGP-voorman A. Keppel gisteravond de opstelling van burgemeester M. van Veelen bij de gang van zaken rond de Leerdamse kermis.
Keppel deed zijn uitspraak tijdens een interpellatiedebat dat donderdag op verzoek van de SGP’er aan het eind van de vergadering van de Leerdamse gemeenteraad werd gehouden.
Keppel was er niet over te spreken dat Van Veelen de fracties per brief had laten weten dat hij van plan is voortaan weer kermissen toe te staan op het Voorwaartsveld, het parkeerterrein bij sportcentrum Berenschot. „Tot twee keer toe heeft de raad uitgesproken dat de kermis daar niet meer mocht worden gehouden. Bovendien had u toegezegd dat deze zaak in de raad terug zou komen. Uw rol in deze kwestie verbaast ons”, aldus Keppel.
De SGP’er had ook kritiek op de opstelling van L.-2000, die volgens Keppel om „electorale redenen” bij de laatste commissievergadering over dit onderwerp overstag was gegaan en de kermis onder strikte voorwaarden toch op de oude locatie wil accepteren. „De politiek wordt er voor de burger zo niet betrouwbaarder op. We moeten wel eerlijk en consequent blijven”, aldus de SGP-fractievoorzitter.
Vorig jaar namen de fracties van L.-2000, SGP en ChristenUnie een motie aan om de kermis op het Voorwaartsveld voortaan te verbieden vanwege de overlast voor omwonenden en de parkeerproblemen. Dit voorjaar werd deze kwestie door een burgerinitiatief weer actueel. In eerste instantie hielden de drie fracties hun rug recht. Toen portefeuillehouder Van Veelen daarna met het voorstel kwam de kermis voortaan toch maar op het Voorwaartsveld te houden en bij het opstellen van de parkeernotitie te kijken of er een andere locatie beschikbaar is, ging L.-2000 alsnog overstag. Ook de ChristenUnie is uiterst ongelukkig met de gang van zaken. Fractieleidster A. Groenenberg-Versluis liet eerder weten dat het burgerinitiatief op deze manier oneigenlijk is gebruikt.
Burgemeester Van Veelen was het niet eens met de kritiek van Keppel. „Ik vind uw verwijt niet eerlijk. Na de discussie in de commissie heb ik gebruikgemaakt van mijn bevoegdheid. Ik heb steeds rekening gehouden met de mening van de meerderheid van de raad.”