Kerk & religie

Vergeving van zonden

Mattheüs 6:12

Philippus Melanchthon
5 September 2017 08:27Gewijzigd op 16 November 2020 11:23

„En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.”

Jezus zou niet bevelen te bidden als Hij niet waarlijk antwoord zou geven. Hier denkt het oplettende hart aan de vergeving van zonden en de Middelaar.

Er ligt een belangrijke belijdenis van de Kerk juist in deze woorden. Zij erkent dat zij zonden met zich omdraagt en veelvuldige zwakheden. Maar hier wordt een vertroosting voorgesteld. Want daar Christus Zelf ons beveelt vergeving te vragen, zal Hij die zonder twijfel geven.

Laat iedereen bij het opzeggen hiervan zich tevens herinneren de uitgedrukte beloften, zoals in 1 Johannes 1:8: Indien wij gezegd hebben dat wij geen zonden hebben, verleiden wij onszelf, en de waarheid is niet in ons. Als wij onze zonden zullen belijden, is Hij trouw en rechtvaardig, dat Hij onze zonden ons vergeeft.

Als hier bijgevoegd wordt „gelijk ook wij vergeven”, worden wij aangespoord tot berouw, opdat wij niet doorgaan met zonden tegen het geweten, omdat, wanneer het hart vasthoudt aan het verachten van God, het niet verhoord wordt. Want er staat: God verhoort de zondaren niet, namelijk die volharden in misdrijven tegen het geweten.

En in 1 Johannes 3:21 wordt ook gezegd: Indien ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vertrouwen in God, dat wij die dingen zullen verkrijgen, die wij bidden, dat is, als wij niet volharden in misdrijven tegen het geweten.

Philippus Melanchthon, theoloog te Wittenberg (”Loci communes”, 1551)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer