Zo’n 150 Armeens-katholieken woonden de plechtigheid bij, meldde Kathpress vorige week. De neoklassieke kathedraal stamt uit de periode 1862-1874, maar in Izmir –het Bijbelse Smyrna– heeft het christendom een veel langere geschiedenis.

De stad in het westen van Turkije was tot 1922 in handen van de Grieken. Turkse legers onder leiding van Mustafa Kemal Atatürk veroverden de stad echter in dat jaar. Ongeveer 70 procent van de stad brandde af, honderdduizenden christenen vluchtten of kwamen om het leven. De Johanneskathedraal raakte in onbruik en werd later lange tijd gebruikt als onderkomen voor Amerikaanse soldaten die namens de NAVO in Turkije verbleven.

In 2013 werd het bedehuis gerestaureerd en opnieuw ingewijd. Het duurde echter tot vorige week voordat er een dienst plaatsvond.