Kerk & religie

Tarwe en onkruid

Mattheüs 13:27b

Johannes Hus
22 August 2017 08:13Gewijzigd op 16 November 2020 11:17

„Heere, hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Vanwaar heeft hij dan dit onkruid?”

De Bijbel zegt: „als de mensen sliepen”, dat wil zeggen: als zij niet opmerkzaam waren, kwam hij en zaaide het onkruid.

„Toen het nu tot kruid opgeschoten was en vrucht voortbracht, toen openbaarde zich ook het onkruid.” Dat betekent: wanneer zo’n geloof –door de duivel verdorven– groeit en vrucht voortbrengt, zo is dat gelijk aan een op zichzelf genomen goede zaak: zoals wanneer een mens vast, aalmoezen geeft, bidt en toch willens en wetens in een doodzonde volhardt.

„En de dienstknechten van de heer des huizes gingen”, dat zijn de heiligen, de gelovigen van onze tijd, met het verlangen bezield hiervan melding te maken. Omdat zij zagen hoeveel onkruid de duivel in de tarwe gezaaid had, zeiden zij verwonderd: „Heere, hebt gij niet goed zaad in uw akker gezaaid? Vanwaar heeft hij dan dit onkruid?” Dat is: vanwaar heeft hij de geschiktheid en de macht?

Verder zeggen zij: „Wilt gij dan dat wij heengaan en dat vergaderen?” Hieraan houden zich in onze tijd de prelaten: omdat zij niet kunnen onderscheiden tussen tarwe en onkruid en niet weten wat het betere is, rukken zij meer tarwe dan onkruid uit, onderdrukken zij meer de waarheid dan het onrecht, en houden zij de waarheid voor leugen en de leugen voor waarheid, zodat bij hen de profetie (Jesaja 5:20) in vervulling gaat: „Wee degenen die het kwade goed heten en het goede kwaad.”

Johannes Hus,

predikant te Praag

(”Gelijkenis van de tarwe en het onkruid”, 1414)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer