Felle discussie in VS over verwijderen van slavernijbeelden
„Als Robert E. Lee had geweten dat zijn standbeeld aanleiding zou zijn tot deze haatcampagne, had hij zeker gezegd: „Zo snel mogelijk afbreken dat monument.”” Dat is de stellige overtuiging van ds. Robert Wright Lee, een verre naneef van de voormalige generaal.
Zondag hield Robert Wright Lee een preek in zijn gemeente in Winston-Salem (North Carolina) waarin hij de „gewelddadige belegering” van het monument voor zijn verre familielid radicaal afwees. Midden onder de preek zei hij: „Ik zal even wachten, zodat voorstanders van het blanke geweld nu de kerk kunnen verlaten. Voor hen is hier geen plaats.”
De discussie in Amerika over het verwijderen van monumenten die verwijzen naar de slavernij laait na de rellen in Charlottesville van zaterdag hoog op. Sinds de onlusten zijn er zes beelden opgeruimd: vier in de stad Baltimore (Maryland), één in Gainesville (Florida) en één in Durham (North Carolina). De eerste vijf monumenten werden op initiatief van de overheid verwijderd; in Durham trapten woedende antifascisten de stenen soldaat van zijn sokkel. De verwachting is dat stadsbesturen in meer plaatsen monumenten willen verwijderen. Over heel Amerika staan in totaal 1500 van dit soort gedenktekens. Commentatoren spreken al van een beeldenstorm in Amerika.
President Trump zei begin deze week dat het weghalen van monumenten leidt tot geschiedvervalsing. Hij vreest dat niet alleen standbeelden van generaals uit de burgeroorlog het moeten ontgelden, maar ook vroegere presidenten. „Deze week is het Robert E. Lee. (…) Krijgen we volgende week George Washington en Thomas Jefferson in de week erna? Waar houdt het op? Je verandert de geschiedenis, de cultuur.”
Een woordvoerder van de American Historical Association bestrijdt dit. „Je verandert niet het verleden, maar wel de visie op het verleden. Dat is het verschil.”
Het debat over het al dan niet handhaven van monumenten die herinneren aan de slavernij, begon twee jaar geleden nadat een blanke racist negen Afro-Amerikaanse kerkgangers in Charleston (South Carolina) vermoordde. Kort daarop werd bij het parlementsgebouw in Columbia (South Carolina) de confederatievlag verwijderd. Deze vlag werd gevoerd door de Zuidelijke Staten die in de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) vochten tegen de noordelijke, vooral omdat het zuiden de slavernij wilde handhaven.
De verwijdering van de vlag leidde destijds tot felle protesten van de voorstanders van de blanke suprematie. Uit angst voor ongeregeldheden zijn stadsbestuurders voorzichtig. In New Orleans werden daarom onlangs vier monumenten ’s nachts verwijderd. De verhuizers droegen kogelvrije vesten en kregen politiebewaking.