De economie van onze oosterburen profiteert vooral van de sterke binnenlandse vraag. Zowel de consumentenbestedingen als de overheidsuitgaven gingen er flink vooruit. Ook de bedrijfsinvesteringen trokken verder aan. De handel leverde dit keer geen positieve bijdrage aan het groeicijfer. Dat komt omdat de import harder aantrok dan de export.

De kwartaalgroei viel overigens een fractie lager uit dan door kenners was verwacht. Economen rekenden er in doorsnee op dat de Duitse economie in april, mei en juni met 0,7 procent in omvang zou toenemen.

ING-econoom Carsten Brzeski spreekt toch van een sterke prestatie. Hij wijst erop dat er in Duitsland eigenlijk al negen jaar lang sprake is van een stevig economisch herstel. „Het economische succesverhaal van Duitsland gaat maar door en door. En er is heel weinig reden om aan te nemen dat er plots een einde kan komen aan de huidige prestaties, al lijkt enige vorm van afzwakking van het groeitempo wel onvermijdelijk”, aldus Brzeski.

Het Duitse statistiekbureau stelde het groeicijfer van een kwartaal eerder tevens iets naar boven bij. Toen trok de Duitse economie volgens een nieuwe raming met 0,7 procent aan. Eerder werd de economische groei voor die periode nog geschat op 0,6 procent. Vergeleken met een jaar terug is de Duitse economie daardoor 2,1 procent gegroeid.