Jezus Zelf
Mattheüs 13:24-30
„Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.”
Aan het begin van het Schriftgedeelte zegt Jezus: „Het Koninkrijk der hemelen is gelijk een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.” Daarom bedoelt Hij Zichzelf in deze gelijkenis. Hij zaaide goed zaad in de wereld, want Hij verrichtte alle goede werken en maakte Adam en Eva zonder zonden. Maar de vijand kwam en zaaide het onkruid van de ongehoorzaamheid, allereerst van het ongeloof. Eva geloofde namelijk God niet dat zij sterven zou wanneer zij van de verboden boom zou eten. Daarom zei zij, twijfelend aan het Woord van God: Misschien zullen we niet sterven.
Wanneer Christus zegt dat de duivel alle slechte mensen gezaaid heeft, dan moet dat niet zo verstaan worden dat de duivel die geschapen heeft, maar zo dat hij hen met zijn influistering tot slechte mensen gemaakt heeft. Op die manier zaaide hij ongeloof, dwalingen en velerlei zonden onder hen, maakte hij hen tot onkruid.
Voor alle verdere verklaringen moet worden gezegd: er is vaak sprake van het Koninkrijk der hemelen – wat in de ene tekst een bepaalde zaak aanduidt, duidt in de andere tekst een andere zaak aan. U moet daarom weten dat het Koninkrijk der hemelen, zoals dat woord luidt, de gemeenschap der heiligen betekent, die in de hemel met God verenigd zijn en over wie God als Koning heerst.
Jan Hus, predikant te Praag
(”Gelijkenis van de tarwe en het onkruid”, 1414)