”Soms zie ik 1000 lichtjes”
Auteur: Nannie Kuiper en Philip Hopman
Uitgeverij: Leopold, Amsterdam 2001
ISBN 90 258 3070 6
Pagina’s: 132
Prijs: € 15,95; Titel: ”Ik doe lekker wat ik wil”
Auteur: Leendert Jan Vis (illustraties)
Uitgeverij: Lemniscaat, Rotterdam 2001
ISBN 90 5637 376 5
Pagina’s: 96
Prijs: € 5,-.

Gedichtenbundels voor kinderen doen het goed. Hans en Monique Hagen en Leendert Witvliet hebben hun reputatie al gevestigd met poëzie waarin ze abstracte thema’s als heimwee, liefde, verdriet of angst verwerken. Nannie Kuiper, doorgewinterd op het gebied van kinderboeken, maakte samen met Philip Hofman ”Soms zie ik 1000 lichtjes” en Leendert Jan Vis illustreerde gedichten van verschillende auteurs én van kinderen zelf.

”Soms zie ik 1000 lichtjes” bestaat uit meer dan 130 gedichtjes, omringd door sprankelende tekeningen van Philip Hopman. Hopman is een meester in het in een losjes neerzetten van kinderen met een enorme uitstraling en penseelt al even aandoenlijke dieren op papier.

De versjes van Kuiper zweven tussen rijm en poëzie. ”Je houdt een steen/ die glanst en glad voelt/ in je handen./ Je strijkt een veertje/ heel voorzichtig langs je wang.” staat ver af van ”O snotter de snik/ zo verdrietig ben ik.” Of: ”Als er iemand doodgaat/ die je heel goed hebt gekend,/ dan is het nogal logisch/ dat je erg verdrietig bent.”

In vier hoofdthema’s schrijft Kuiper over vrijwel alle onderwerpen die je voor kinderen kunt bedenken. Vanuit de belevingswereld van het kind geschreven, is het te verwachten dat haar versjes in combinatie met de illustraties aanspreken. Jammer dus dat zij soms wel erg ver doorfantaseert. ”Fijn, dat ik een teiltje kreeg/ van mijn moeder - hemelsblauw,/ ”Voor dat paradijs van jou”, zei ze. /En ik zette naar mijn hand/ -als een schepper- water, land.”

Heksen, tovenaars, clowns en kermisartiesten, passeren eveneens de revue tussen aandoenlijke gedichtjes over het allerlaatste kusje dat telkens naar meer smaakt, of over ”poot in arm” slapen met je knuffelbeest. Lang niet alle kinderen zullen zich daarom in dit boek herkennen.

Bodemloos
De populaire tekeningen van Leendert Jan Vis, overal te koop op kaarten, vrolijken ”Ik doe lekker wat ik wil” op. Het paperbackje bevat een bonte verzameling gedichten van bekende en minder bekende volwassenen en (nog) onbekende kinderen. Sommige daarvan zou je vanwege het taalgebruik (Elma van Haren) of het onderwerp (Bas Rompa) op voorhand uit het boek willen verwijderen. Zo’n prachtig gedichtje van Erik van Os ”…sluit je ogen/ neem een atlas/ tussen je oren/ laat je gedachten/ kalmpjes door spannende/ landen bladeren/ tot ze ergens komen/ waar het stil is/ daar waar je/ rustig ging zitten/ om wat van/ de wereld te zien”, zweeft na het lezen wat verloren met je mee.

Overbekende gedichtjes van Bomans of Kees Stip lijken wat onwennig tussen de in turbotaal geschreven verzen over sport, vervelen of nagelbijten. De meeste blijven wat mij betreft bodemloos tussen het kaft hangen.