NVWA: boer mag fipronil-kippen doden
Pluimveehouders mogen kippen met het giftige fipronil in hun lijf wel degelijk doden. Ze hebben daarvoor geen toestemming nodig, meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Diverse boeren met besmette kippen hebben hun dieren al laten doden. Ze doen dat omdat ze anders kosten blijven maken, bijvoorbeeld voor voer, terwijl ze hun eieren niet mogen verkopen. Daarnaast hopen ze zo sneller de draad weer te kunnen oppakken met nieuwe, schone kippen.
Vijf dierenorganisaties verzochten de NVWA en staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) eerder op de dag op te treden tegen boeren die hun besmette pluimvee doden. Volgens de vijf overtreden deze pluimveehouders de wet.
De NVWA spreekt dat tegen. Het verbod waar de dierenorganisaties naar verwijzen geldt alleen voor honden, katten en ganzen. Wel moeten kippenboeren die hun dieren willen doden een diervriendelijke methode gebruiken.
De dierenorganisaties menen dat kippen alleen gedood mogen worden als de volksgezondheid of de gezondheid van de Nederlandse veestapel in het geding is, het zogeheten ‘ruimen’. Daar is nu geen sprake van. „Volgens toxicologen is fipronil na een aantal weken uit het lichaam. Er is dus geen gevaar voor de volksgezondheid”, zegt een woordvoerster van Comité Dierennoodhulp. Ze stuurde de verzoeken mede namens Een Dier Een Vriend, Stichting Dierennood, Rechten voor al wat leeft en Levende Have.
De organisaties overwegen nog een gang naar de rechter.