De COR noemt Bouman „een man die stond voor z’n zaak, die moeilijkheden niet uit de weg ging, die beslissingen durfde te nemen, die niet uit was op persoonlijke populariteit en die het belang van de politie en van politiemensen voorop had staan”.

Het medezeggenschapsorgaan stelt dat Bouman na het afbreken van de diverse culturen, werkwijzen en visies bij de korpsen een nieuwe organisatie wist te smeden, „en dit alles terwijl de winkel openbleef”.

Volgens de COR zijn „in het omvangrijke proces van breken en bouwen fouten en verkeerde inschattingen gemaakt. Gerard Bouman was de eerste om dat toe te geven. Als je een megapuzzel legt zonder voorbeeld, dan gaat er wel eens wat fout”.

De ondernemingsraad prijst hem ook voor de steun aan collega’s die in de knel raakten, zoals agenten met een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS). „Ze konden rekenen op zijn onverdeelde aandacht voor hun problemen. Hij zocht ze op en hielp ze waar mogelijk.”