Kinderspel is niet vrijblijvend
Titel:
”Kinderen en spel. Spelenderwijs wijzer worden” door Roel de Groot
Uitgeverij: Boom, Amsterdam, 2001
ISBN 90 5352 690 0
Pagina’s: 171
Prijs: € 14,09. Wie denkt er bij spel aan werken? Spelen heeft te maken met vrijheid, met niets moeten en met jezelf ontspannen. Roel de Groot ziet het spel van kinderen niet als een vrijblijvende aangelegenheid, maar als een vorm van arbeid die hoogst serieus te nemen is. Speelgoed is dan ook meer dan een cadeau. Het is gereedschap dat onmisbaar is bij het werk.
Velen gaan ervan uit dat kinderen spelen zolang ze niets belangrijkers te doen hebben. Na ”Kinderen en spel” gelezen te hebben, kan dat veranderd zijn. In de vraag om aan tafel te komen, klinkt wellicht meer dan voorheen respect door voor het spel waarin je kind verdiept is. Bij het opruimen denk je aan de waarde die je kind aan de juiste opstelling hecht. En je dwingt je kind niet tot het delen van zijn speelgoed met andere kinderen.
Volgens de auteur moeten kinderen zoveel mogelijk ruimte en tijd krijgen om te spelen. Hij maakt duidelijk dat een kind zich uitdrukt in zijn spel en dat het spel daarmee een deel van zichzelf is. Als je moet onderbreken, dient dat tactvol te gebeuren om de zelfwaardering niet af te breken. De beperkingen die je aan het spelen stelt, moeten zo goed mogelijk toegelicht worden. Daarmee leert het kind zijn eigen koers te varen tussen enerzijds vrijheid en anderzijds de gebondenheid aan regels.
Optimale ontplooiing
Spelen is werken: een kind krijgt door te spelen allerlei inzichten onder de knie. Gedurende de ontwikkeling zit er voortdurend verandering in het spelgedrag, wat overzichtelijk naar voren komt. Ouders zijn er om voorwaarden te scheppen voor een optimale ontplooiing. Op het moment dat het kind in een volgende ontwikkelingsfase komt, reiken zij hem iets nieuws aan. Dus geen grote hoeveelheden speelgoed tegelijk op een verjaardag, maar verspreid over het jaar, precies als het kind eraan toe is.
Hier mis ik een zekere nuchterheid. Gaat er zoveel fout als de blokken een halfjaar later gegeven worden? En is het echte spel gekoppeld aan speelgoed? Kinderen spelen vaak het mooist zonder speelgoed: met hun eigen creativiteit en fantasie. Er is nog nooit zoveel speelgoed te koop geweest, en er wordt minder gespeeld… De auteur geeft een goed overzicht van de geschiedenis, maar geeft hiervoor geen enkele verklaring.
Kinderen moeten bij voorkeur in de buurt van ouders terecht kunnen. Niets is zo leerzaam als vanuit een eigen veilige plek indrukken op te doen van de volwassen wereld. De auteur is kritisch naar het al op jonge leeftijd doorbreken van de vertrouwde thuissituatie.
Jonge kinderen leren meer van spelen dan van gedwongen leersituaties. Scholen moeten het kind zo speels mogelijk volgen en niet uitgaan van vaste groepen. Daarmee voert de auteur een pleidooi voor het montessorionderwijs.
Leerschool
De hoofstukken in ”Kinderen en spel” verschillen nogal in toegankelijkheid. Als het gaat over wat ouders wel en niet moeten doen, worden concrete handvatten aangereikt. De voorbeelden ondersteunen het advies. Er zijn ook hoofdstukken waarin de auteur ingaat op de visie van vooraanstaande denkers, en belangrijke onderzoekers naast elkaar zet en regelmatig citeert. Dit komt de leesbaarheid voor de gewone opvoeders niet ten goede. Door bepaalde theoretische stukken is de toon van het boek te wetenschappelijk voor het brede publiek van ouders, voor wie het mede bedoeld is. Juist in die hoofdstukken wordt de voeling met de praktijk gemist. Goede raadgevingen dreigen daar over de hoofden van ouders heen te gaan.
Nuttig zijn de tips bij het kopen van speelgoed, zeker met de onderscheidingen naar soorten speelgoed en naar hoofdgroepen van speelmogelijkheden. De auteur snijdt soms onverwachte thema’s aan. Zo is het mogen bezitten van speelgoed een leerschool voor het dragen van verantwoordelijkheid voor eigendommen.
Spel is zozeer gekoppeld aan wie je als persoon bent, dat spelobservatie een methode in de hulpverlening is. Kort wordt toegelicht hoe dit in zijn werk gaat. Een speltherapeut kan uit het spel afleiden hoe een kind in zijn vel steekt. Dit prikkelt de nieuwsgierigheid. Wat zou er mooier zijn dan dit als opvoeder zelf te kunnen?