Gazastrook
Sharon wil alle troepen terugtrekken uit de Gazastrook. De Israëlische minister-president wil ook de strijdkrachten bij de grens tussen Gaza en Egypte laten vertrekken. Zij plan komt op een ietwat merkwaardige manier in het nieuws. De Nederlandse nieuwszender vertelde gisteren dat de premier nog niet met zijn ministers over zijn plan had gesproken.Vandaag heet het dat het Gazaplan van Sharon nog geen formeel kabinetsbesluit is. De premier zou zijn voornemen afgelopen zondag hebben willen voorleggen aan de ministerraad. Maar omdat hij weet dat hij net geen ministeriële meerderheid haalt, zou hij de presentatie van zijn plan minstens een week hebben uitgesteld.
Het oppervlakkige kennisnemen van de gang van zaken zou bijna de indruk wekken dat Sharon een angsthaas is. Zijn verleden leert iets anders. Voor bangeriken was bij de tot 1948 opererende -volgens niet-Joden illegale- militaire organisatie Hagana geen plaats. Het optreden van huidige premier tijdens de Jom-Kippoeroorlog -na een gewaagde overtocht over het Suezkanaal bouwde hij een bruggenhoofd op de westelijke oever- leert dat Sharon lang geen lafaard is.
Bronnen in Israël zeggen dat Sharon zijn plannen wel degelijk aan zijn ministers heeft doorgegeven, maar ze niet in stemming heeft gebracht. Daar is moed voor nodig. Er is inderdaad sprake van diepgaande verdeeldheid binnen de ministerraad. Met name Sharons partijgenoot Netanyahu ligt dwars. Insiders denken dat het plan van de premier elf stemmen zou krijgen, terwijl er twaalf tegen zouden zijn. Sharon zou een commissie willen benoemen om struikelblokken op te lossen. Volgens ingewijden zal de minister-president desnoods -als hij z’n zin niet krijgt- de samenstelling van het kabinet veranderen.
Sharon heeft tijdens de kabinetszitting gezegd dat hij een verplichting heeft tegenover het Joodse volk. De verkiezingen wezen dat uit. Hij distantieerde zich van de verdenking dat het hem gaat om persoonlijk belang. Hij zei bereid te zijn stappen te ondernemen die andere politici niet eerder in de geschiedenis van Israël hebben gezet. Misschien is wel zijn belangrijkste opmerking dat het niet gaat om een discussie tussen hem en een paar leden van zijn kabinet, maar tussen Israël en de Amerikanen.
Die laatste constatering lijkt een voorname reden voor Sharons bereidheid om terug te trekken uit de Gazastrook. Natuurlijk wil de premier geen nederlaag lijden door gelegenheid te geven voor een stemming die negatief uitvalt. Maar in elk geval valt te concluderen dat de Israëlische premier afspraken heeft gemaakt met of beloften gedaan aan George Bush. Toezeggingen die hij waar moet maken, maar op dit ogenblik niet kan realiseren.
Over de vraag of Sharon er wijs aan doet om zijn soldaten terug te trekken uit de Gazastrook en van de grens van Egypte is verschil van mening mogelijk. Palestijnse terroristen ontvangen uit Egypte illegaal allerlei wapentuig. Wie rust en vrede wil herstellen, dient de aanlevering van wapens zo mogelijk te voorkomen. Afstaan van gebied op dit ogenblik leidt gemakkelijk tot risico’s die niet zijn te overzien. Maar hoe iemand de visie van Sharon ook beoordeelt: hij zoekt op zijn manier het goede voor z’n land en verdient als zodanig geen antipathie.
Dat geldt wel voor de actie van de organisatie ICCO. Die instelling begon een campagne tegen Israël, omdat het land tomaten, druiven, bloemen en dergelijke uitvoert naar de Europese Unie als ”made in Israel”. Terwijl de producten misschien wel afkomstig zijn uit de ’bezette’ gebieden. De ICCO-voorzitter en de zijnen zien daarbij gemakshalve over het hoofd dat niet-Joden in de zogenaamde bezette gebieden een heel wat beter leven leiden dan de mensen die wonen in het land van de Palestijnse autoriteit.