Het project dat Air France moet helpen na jaren van stagnatie weer te gaan groeien, luisterde tot dusver nog naar de codenaam Boost. Het kostte de Franse zustermaatschappij van KLM veel moeite om de vakbonden te overtuigen van nut en noodzaak van het plan, dat een belangrijke pijler is onder de strategie die topman Jean-Marc Janaillac vorig jaar ontvouwde.

Joon is geen prijsvechter, maar moet dankzij lagere kosten wel beter dan Air France kunnen concurreren met vooral luchtvaartmaatschappijen in het Midden-Oosten. Er komt nieuw cabinepersoneel, dat werkt met soberdere arbeidsvoorwaarden dan de collega’s bij het moederbedrijf. Dit jaar worden alleen nog middellange routes aangeboden, volgend jaar komen er ook verre bestemmingen bij.

Bij Air France liepen veel pogingen om de kosten substantieel te verlagen de afgelopen jaren vast op verzet van de bonden. Omdat KLM het wel voor elkaar kreeg om al het personeel harder en efficiënter te laten werken, kreeg de Nederlandse tak van de groep ruimte om het vluchtaanbod te vergroten, terwijl in Frankrijk pas op de plaats werd gemaakt.

Die situatie deed de toch al matige onderlinge verstandhouding geen goed. Daarom presenteerde Janaillac vorig jaar, enkele maanden na zijn aantreden, een plan om het vertrouwen te herstellen. Belangrijk onderdeel daarvan is de nieuwe dochtermaatschappij, die Air France in staat stelt in ieder geval op de meest verlieslatende routes de kosten te drukken.