„Sessions had zich nooit mogen terugtrekken van dat onderzoek en als hij dat wilde, had hij dat mij eerst moeten vertellen voor hij de ministerspost aannam. En dan had ik iemand anders genomen”, klaagde Trump.

Sessions verklaarde in maart dat hij zich niet mengt in het onderzoek van de FBI naar de vermeende Russische bemoeienissen, omdat hij mogelijk zelf partij zou kunnen zijn in de zaken die worden onderzocht. Trump noemde dit in de NYT „heel erg oneerlijk tegenover de president”.

De NYT noemde Trumps tirade tegen Sessions „een opmerkelijke en openbare breuk met een van zijn vroegste aanhangers”. De zeventigjarige Republikein Sessions was voor hij minister werd twintig jaar lang senator voor zijn thuisstaat Alabama. Hij werd beschouwd als een van de meest conservatieve senatoren. Hij schaarde zich als eerste senator achter Trump in de race naar het presidentschap. Sessions leek de kandidaat voor het vice-presidentschap te worden, maar dat werd uiteindelijk Mike Pence.

Trump ging ook opnieuw tekeer tegen de voormalige FBI-directeur James Comey die hij in mei plotseling ontsloeg. De Amerikaanse president gaf ook aan dat hij het niet acceptabel zou vinden, dat het onderzoek naar de Russische connecties dat nu wordt gedaan door speciaal aanklager Robert Mueller, zich uitbreidt naar zakenrelaties tussen de familie Trump en personen of bedrijven in Rusland.