Kerken in de vroegere werkplaats van De Porceleyne Fles
Aan het Oosteinde in Delft zit een rond poortje in een bakstenen muur. Het groene poortje, met huisnummer 175, geeft toegang tot de kerk van de gereformeerde gemeente.
Rechts van het poortje staat een aankondiging achter de ruit: „Kerkdienst aanstaande zondag, 10 uur en om 5 uur. U/jij bent van harte welkom.”
Aan een binnenplaats ligt de kerkzaal, ooit de werkplaats van De Porceleyne Fles, een plateelbakkerij waar keramiek en geglazuurde tegels van Delfts blauw werden vervaardigd. De kerk biedt ruimte aan zo’n honderd kerkgangers. Tegen de verste wand staat de kansel, met links de ouderlingenbank en rechts de diakenenbank. Naast de ingang staat een tweeklaviers pijporgel van orgelbouwer Jan Hoogenes.
„Omdat de kerk vanaf de straat niet zichtbaar is, richten we ons in onze evangelisatieactiviteiten vooral op mensen in de directe omgeving”, zegt ouderling S. de Vree. „Met Kerst hebben we in de buurt aangebeld om de mensen uit te nodigen voor een maaltijd en een kerstbijeenkomst.”
Het voorhuis –daterend uit ongeveer 1750– doet dienst als consistoriekamer. Aan de wanden hangen portretten van Willem van Oranje, Luther, Calvijn en Theodorus van der Groe.
Aan de tafel zit ouderling P. A. van Bokhoven, de preses. „Het hoogtepunt van het ledental van de gemeente lag in het jaar 1965. Toen waren er 112 leden en doopleden. Daarna is het ledental gedaald. In 2005 zaten we nog een keer op 109, maar sindsdien is de gemeente kleiner geworden. Dat kwam door het wegtrekken van gezinnen naar plaatsen in de Biblebelt of door enkele overgangen naar andere kerken. Het ledental ligt sinds 2010 zo rond de vijftig.”
De laatste jaren bezint de gemeente zich op de toekomst. Inmiddels is er een vorm van samenwerking gevonden met de grotere gemeente van Zoetermeer. Op tweede feestdagen worden er in Zoetermeer gezamenlijk diensten belegd. Ook bezoeken leden van Delft de gemeenteavonden in Zoetermeer, waar ds. G. W. S. Mulder inleidingen verzorgt over bijvoorbeeld de Christenreis van Bunyan of over het Bijbelboek Hooglied.
Zorg om de vervulling van de ambten zijn er op dit moment niet zozeer, zegt Van Bokhoven. Er zijn twee ouderlingen en twee diakenen.
De Vree: „Ook voor de stad Delft zou het wel erg zijn als de gemeente zou verdwijnen. Weer een kerk minder. Terwijl hier toch wonderlijke dingen zijn gebeurd. Soms komt er zondags zomaar iemand binnenlopen die op de achterste bank gaat zitten. Dan bid je maar of het Woord kracht mag doen. Als we er niet meer zijn, kan er ook niemand meer binnenlopen. Ik vraag me weleens af: mogen we wel stoppen? Zou dat nu wel Bijbels zijn?”
Van Bokhoven: „Het is goed dat we in de bezinning op de toekomst de punten hebben benoemd die wezenlijk zijn voor een gemeente: het kunnen voorzien in de ambten en voldoende draagvlak qua ledental. Maar de Heere regeert. Er is het besef dat Hij alle dingen bestuurt. Hij alleen bouwt de muren van Jeruzalem.”
Driemaal werd er vanuit Delft een beroep uitgebracht: in 1965, in 1967 en in 1968, achtereenvolgens op de kandidaten G. J. van den Noort, C. de Ridder en A. M. den Boer. Maar Delft bleef vacant. In de kerkenraadsnotulen was na het laatste beroep in 1968 te lezen dat er geen moed meer was om verder te beroepen, omdat de opkomst op de laatst gehouden ledenvergadering matig was.
Ouderling Van Bokhoven gaf het afgelopen winterseizoen aan acht studenten catechisatie. „We hadden goede avonden met elkaar. Ook wordt er tweemaal per jaar een thema-avond voor studenten in de Delftse regio belegd. Onlangs hield ds. G. W. S. Mulder een inleiding over boek III van de Institutie van Calvijn.”
In zo’n zeventig diensten per jaar gaat een predikant of student voor. In de resterende diensten lezen Van Bokhoven en De Vree preken van predikanten uit eigen kring. „We zijn kerk in de grote stad. Een preek moet verstaanbaar zijn, ook voor kinderen en jongeren, ook voor iemand die zomaar binnenloopt.”
Op de bovenverdieping is ruimte voor vergaderingen, voor de vrouwenvereniging, catechisatie en de kindercrèche. Tussen de balken van de zoldering hangt links een ingekleurde tekst: ”God liefhebben boven alles”. Rechts staat het vervolg: ”De naaste als jezelf”.
Volgens Calvijn is de kerk de werkplaats van de Heilige Geest, zegt Van Bokhoven. „We mogen opmerken dat de Heere door Zijn Geest en Woord werkt en doorwerkt in mensenharten.”
De Vree: „Soms hoor je van mensen dat ze God kwijt zijn, dat ze ernaar uitzien of de Heere Zich wil openbaren aan het hart. Dat zijn geen vruchten van onze akker. Dat is Zijn werk.”
Gemeente: Gereformeerde gemeente Delft.
Waar: Oosteinde 175
Kerkverband: Gereformeerde Gemeenten
Gesticht: 21 oktober 1954
Hoe groot geweest: 112 leden en doopleden
Hoe groot nu: 49 leden en doopleden
Lees ook in Digibron:
Delft : Kleine gemeenten (De Saambinder, 03-06-2010)
Delft : Restauratie Ger. Gem. (Reformatorisch Dagblad, 07-04-1976)
Instituering Geref. Gemeente Delft (De Saambinder, 28-10-1954)
—
Dit is het tweede deel van een serie over de problematiek van kleine kerkelijke gemeenten. Volgende week dinsdag deel 3: de christelijke gereformeerde kerk te Schiedam.