Column: U bent in de verkeerde kerk
„U bent in de verkeerde kerk, iets verderop is de goede.”
Daar zat ik ‘getogaad’ achter de koffie. Ik was vroeg. Zoals altijd. Langzaam druppelden de kerkenraadsleden binnen. Twee heren. Een dame. Een meneer. Weer een dame. Heel vriendelijk allemaal. Ik herkende niemand, hoewel het niet de eerste maal was dat ik er voor zou gaan. Twijfel sloeg toe. Zit ik wel goed? Voorzichtig geïnformeerd naar de functie van de dames. Diaken. Diaken?! Hoe los ik dit op? „Ik preek vanavond voor dominee X, toch?”
Verbazing op de gezichten. „U bent in de verkeerde kerk. Iets verderop is de goede.” Dat hoorde een hervormd mens niet vaak. Nu, na de vorming van de Protestantse Kerk, al helemaal niet meer. Niet dat er voor gereformeerden in die kerk veel is om trots op te zijn. Dat is jammer, en ook weer niet. Het bewaart voor kerkelijke zelfgenoegzaamheid. Voor geen kwaad van eigen kerk en geen goed van andere kerken kunnen horen. Fouten en gebreken bij anderen moeten dan eigen bestaansrecht verzekeren en versterken. Beter een dood lid van een ‘goede’, dan een levend lidmaat van een ‘verkeerde’ kerk. Sommige ouders drijven het zover dat ze schitteren door afwezigheid bij de kerkelijke huwelijksbevestiging van hun kind en de doop van een kleinkind. Ook al is die kerk nog zo rechtzinnig. De psychologische effecten van verbroken en beschadigde verhoudingen neemt men op de koop toe.
„U bent in de verkeerde kerk…”
In kerkrijk Alblasserdam zijn alleen maar verkeerde kerken. Gelukkig niet lang meer. Binnenkort opent een nieuwe beweging er haar deuren. De Doorbrekers trekken zich het lot aan van die duizenden in Alblasserdam die protestants, reformatorisch of evangelisch worden bedrogen. In Urk brengen ”refobaptisten” het echte Evangelie. Voor hoppers en shoppers maakt het niet uit „van welke ‘club’ je lid bent.” Neurotisch hollen ze van de ene naar de andere kick. Echte flexkerkers. Altijd in voor de laatste modegril. Exponenten van onze ‘speedbootsamenleving’. Rusteloosheid. Ongeduld. Behoeften die onmiddellijk bevredigd moeten worden. Een maatschappelijke trend, die overslaat naar steeds meer kerkelijke gemeenten. Vernieuwen, verleuken, verbeteren.
De Schrift in harmonie brengen met de werkelijkheid. Het levert veel brand- en praatstof op. Zelfs gebalde vuisten. Of… toch gevouwen handen?! Een zegen als we nog lijden aan de kerk. Worstelen om waarheid en vrede. Gedachtig aan het Hogepriesterlijk gebed van Jezus: „dat zij allen één zijn”? Ik maak deel uit van een zeer onvolmaakt lichaam, en ben zelf een onvolmaakte hand, voet, teen, pink…