„Zo veel lopers er in Nijmegen zijn, zo veel bomen in Apeldoorn”
Geen gedrang, minder herrie, meer natuur. De dinsdag gestarte Apeldoornse Vierdaagse verschilt nogal van de bekende Nijmeegse Vierdaagse. Maar hoe veel bomen kan een mens per dag verdragen?
Loenen, dinsdagmiddag rond het middaguur. Met stevige tred lopen deelnemers van de Apeldoornse Vierdaagse deze eerste wandeldag over een bospad. Vogels fluiten, de zon schijnt. Mirjam Gorkink (47) uit Holten, die per dag 30 kilometer loopt, geniet van het wandelevenement in de Veluwse bossen. Al was het maar vanwege „persoonlijke gesprekken” met onbekenden. Over familie en werk bijvoorbeeld.
De wereldwijd bekende Nijmeegse Vierdaagse, waarvan volgende week de 101 editie start, heeft Gorkink in 1994 en 1995 volbracht. „Telkens per dag vijftig kilometer. Blaren, zere benen, zere enkels.” Lopen er in Nijmegen jaarlijks zo’n 47.000 wandelaars mee, in Apeldoorn blijft de teller steken op zo’n 2300. „Tijdens de Apeldoornse Vierdaagse loop je veel meer in de natuur”, zegt Gorkink. „Als je tijdens de Nijmeegse in moeilijkheden komt, draagt het publiek langs de route je als het ware verder. Bij de Apeldoornse komt het aan op je eigen kracht.”
Groen
Bep Pol uit Epe verkiest het Apeldoornse boven het Nijmeegse wandelfestijn. „De Apeloornse wandeltocht is lekker groen. Je loopt vaak over mooie zandpaden. Nijmegen vind ik te druk, te massaal.” Pol, die dagelijks 30 kilometer aflegt, is een getrainde wandelaar. „Lopen is gezond, je bent lekker buiten.”
Duidelijk liefhebber van de Apeldoornse Vierdaagse is Erling Malja uit Noorwegen. Speciaal voor het wandelevenement op de Veluwe reisde hij per veerboot en motorfiets naar Nederland. Voor de elfde keer doet hij mee. „De natuur hier rond Apeldoorn is de beste van Nederland en verschilt van de natuur van Noorwegen”, zegt de man, gestoken in T-shirt met daarop de vlag van zijn vaderland. „Je waant je hier op de Veluwe soms zelfs in de woestijn van Afrika.” Daarmee doelt de Noor waarschijnlijk op de zandverstuivingen op de Veluwe.
De Nijmeegse Vierdaagse kan de sportieve Noor gestolen worden. „Daar lopen veel te veel mensen. Bovendien zijn de wandelroutes, vaak over asfalt, te vlak.”
Spijbelaars
De 64-jarige Rob van der Boom uit Zwijndrecht, die voor 30 kilometer per dag heeft getekend, denkt dat de Apeldoornse Vierdaagse zwaarder is dan de Nijmeegse. „Hier op de Veluwe loop je veel meer op zanderige paden.” In het dagelijks leven is hij leerplichtconsulent. „Spijbelaars achter de broek zitten. Maar nu even niet. Het is vakantie.”
Bij de Loenense Waterval heeft de organisatie een van de controleposten ingericht. J. ten Voorde uit Zwolle is een van de mannen die de kaartjes van de wandelaars van het benodigde knipje voorziet.
Of hij wel eens fraudeurs in de kraag vat? „Die wil ik niet betrappen. Als iemand stukken in de wandelroute afsnijdt, vind ik dat flauw.” Met zijn kameraden in het vierkoppige controleteam vermaakt hij zich wel. „Als je zelf gezellig bent, krijg je ook gezelligheid terug.”
De 82-jarige Ton Witz uit Deventer houdt het op één wandeldag van 30 kilometer. Hij traint voor de Zuid-Limburgse Vierdaagse over een paar weken. In eerdere jaren liep Witz wel de hele Apeldoornse Vierdaagse uit. „Zo veel mensen je in Nijmegen hebt, zo veel bomen in Apeldoorn. Ik zag tijdens de Apeldoornse in het verleden twee dagen lang bijna niet anders dan bomen. Op zich leuk, maar zo wordt een dag wel eentonig. Bomen zeggen niks.”