Verliesdag voor beurzen New York
De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag met behoorlijke verliezen gesloten. Beleggers op Wall Street verwerkten onder meer een banenrapport van salarisstrookverwerker ADP. Daaruit bleek dat de banengroei in het Amerikaanse bedrijfsleven onverwacht flink is afgezwakt.
De Dow-Jonesindex noteerde aan het slot 0,7 procent lager op 21.320,04 punten. De breed samengestelde S&P 500 ging 0,9 procent omlaag tot 2409,75 punten en de technologiebeurs Nasdaq zakte 1 procent tot 6089,46 punten.
De werkgelegenheid in het bedrijfsleven in de VS groeide in juni veel minder sterk dan een maand eerder. Volgens ADP kwamen er vorige maand 158.000 banen bij, tegen een herziene 230.000 in mei. Economen hadden in doorsnee op een groei met 185.000 arbeidsplaatsen gerekend. Vrijdag komt het belangrijke banenrapport van de Amerikaanse overheid, waarin ook de ontwikkelingen in de publieke sector zijn meegenomen.
Verder kwamen nog gegevens over de Amerikaanse dienstensector. Daaruit bleek dat de bedrijvigheid in de dienstenindustrie in juni sterker is gegroeid. Daarnaast werd bekend dat de uitkeringsaanvragen in de VS vorige week iets zijn opgelopen.
De maker van elektrische auto’s Tesla verloor 5,6 procent, na een koersverlies van ruim 7 procent woensdag. De Model S van Tesla kwam bij veiligheidstesten niet in de hoogste categorie terecht.
General Electric (GE) stond ook onder druk met een min van 3,8 procent. De Europese Commissie verdenkt het industrieconglomeraat van misleiding bij een deal met LM Wind Power, een bouwer van wieken voor windmolens.
L Brands, het moederbedrijf van lingeriemerk Victoria’s Secret, kon eveneens op belangstelling rekenen. Het bedrijf maakte een daling van de verkoopcijfers in juni bekend en kelderde daarop 14 procent. Sportkledingmaker Under Armour had het ook moeilijk met een min van 6,7 procent.
De olieprijzen toonden licht herstel na de flinke daling op woensdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,4 procent tot 45,32 dollar. Brentolie werd 0,2 procent duurder op 47,90 dollar per vat. De euro was 1,1419 dollar waard, tegen 1,1406 dollar bij het slot van de Europese handel.