OM eist weer 20 jaar voor Decembermoorden
Het Surinaamse Openbaar Ministerie heeft vrijdag opnieuw twintig jaar cel geëist tegen een belangrijke verdachte van de Decembermoorden. Er zou „wettig en overtuigend bewijs” zijn van de betrokkenheid van verdachte Steven Dendoe bij de dood van vijftien tegenstanders van het toenmalige militaire regime.
Eerder deze week hoorde huidig president en oud-legerleider Desi Bouterse al twintig jaar tegen zich eisen. De aanklager, auditeur-militair Roy Elgin, vroeg voor de zogeheten Militaire Kamer dezelfde straf voor Dendoe, die destijds sergeant was. Twee getuigen verklaarden hem te hebben gezien in Fort Zeelandia, waar de moorden in 1982 werden gepleegd.
Dendoe ontkent. Hij verklaarde ten tijde van de Decembermoorden op familiebezoek te zijn geweest in het oosten van het land. De verdachte, een Marron (afstammeling van gevluchte slaven), voerde nog een andere reden aan waarom hij niet betrokken geweest kan zijn bij de moorden: hij zou niet willen riskeren dat zijn familie wordt getroffen door een vloek (‘kunu’).
De aanklager noemde dat argument ongeloofwaardig: Dendoe zou herhaaldelijk hebben aangegeven een christen te zijn. Elgin benadrukte dat de zestien militairen die het land destijds bestuurden in alles nauw samenwerkten. Zij vormden een hechte groep.
Drie oud-militairen hoorden vrijdag wel vrijspraak tegen zich eisen. Het gaat om Orlando Heidanus, Wim Carbière en Edgar Ritfeld, die eerder aandrong op voortzetting van het proces om zijn naam te kunnen zuiveren. Het trio werd verdacht van het ophalen van mensen, die later werden omgebracht.
Het OM stelde dat Heidanus en Carbière destijds een dienstbevel kregen en dat niet konden weigeren. Er zou verder geen bewijs zijn van de betrokkenheid van Ritfeld, die naderhand aangaf opgelucht te zijn.
De zaak gaat eind oktober verder.