In Zuid-Afrikaanse thrillers zegeviert het recht wél
De wereld van de thriller lijkt in Zuid-Afrika moeiteloos in het werkelijke leven van alledag over te gaan, betoogt dr. Hans Ester. Met dit verschil dat de misdadiger in boeken zijn verdiende loon krijgt.
Deon Meyer is een over de hele wereld vermaarde auteur van misdaadromans. In de besprekingen van zijn boeken, zoals ”Icarus”, ”Spoor”, ”Orion”, ”7 dagen” en ”13 uur”, valt algauw het woord bloedstollend.
Dit is de hoogste graad van waardering voor een misdaadroman. Spannender dan bloedstollend is niet mogelijk. Maar de novelle ”De vrouw in de blauwe mantel”, die Deon Meyer voor de Nederlandse weken van het spannende boek schreef, is allesbehalve bloedstollend.
Kaapstad is in deze novelle opnieuw het decor. De sloddervos politiekapitein Bennie Griessel is de speurder en het slachtoffer is een vrouw die naakt wordt aangetroffen. De clichés vliegen je om de oren, maar van de relatie van Zuid-Afrika met Nederland weet Meyer via de schilder Carel Fabritius toch wel iets aardigs te maken.
Leven van alledag
Deon Meyer is in Zuid-Afrika niet de enige schrijver over moorden en de oplossing ervan. Hij wordt op de voet gevolgd door een heel legertje collega’s, zoals Charlotte Otter, Paul Mendelson, Karin Brynard, Rudi van Rensburg, Mala Nunn en Mike Nicol. De thriller geeft in Zuid-Afrika de toon aan.
De misdaad is in dit land geen gezellig literair uitstapje. Elke dag berichten kranten als ”Die Son” en ”Die Burger” over verkrachting, moord en doodslag. De wereld van de thriller lijkt moeiteloos in het werkelijke leven van alledag over te gaan. De gewelddadige dood is in misdaadromans en misdaadfilms even prominent aanwezig als in de dagelijkse berichtgeving via krant en televisie. Drie weken geleden werd de Stellenbossche studente Hannah Cornelius vermoord. Op televisiebeelden was de spannende achtervolging van de mogelijke daders te zien.
Gezamenlijk treuren
Drie verklaringen dienen zich aan voor de aanwezigheid van de gewelddadige dood in de Zuid-Afrikaanse (en tevens in de Europese) cultuur. In de eerste plaats is de afloop van het misdaadverhaal in de meeste gevallen een overwinning van recht en gerechtigheid. Ook al is de misdaad in de samenleving alom ongestraft aanwezig, in romans en films krijgt de misdadiger zijn verdiende loon, vaak in de vorm van een executie, die een variant van de doodstraf is. De doodstraf is in Zuid-Afrika officieel afgeschaft, maar leeft officieus in de misdaadroman voort.
De tweede verklaring is de mogelijke gewenning van de lezer, door de misdaadroman, aan de akelige fysieke kanten van de dood. De kijker ziet de meest gruwelijke details van de dood en begint daarmee vertrouwd te raken. De dood lijkt zijn angstaanjagende karakter kwijt te raken. Dat dit een andere zaak is dan het werkelijke overlijden van een mens en eventueel de echte confrontatie met een verminkt lichaam, behoeft geen betoog.
De derde verklaring ligt in de collectiviteit van de gevoelens van angst en vrees die het gevolg zijn van de ontmoeting met misdaden, in het bijzonder met moorden. Literatuur en film verschaffen een gezamenlijkheid van meeleven en droefenis. Het gezamenlijk treuren en bang zijn biedt troost. Het versterkt het verlangen naar een samenleving zonder geweld en geeft daarmee richting aan de negatieve emoties over het geweld.
Complex
Bij welke verklaring past het werk van Deon Meyer? Omdat het accent binnen zijn romans op achtervolging van de misdadiger(s) en de finale afrekening ligt, komt de eerste verklaring het meest in aanmerking.
Wanneer de reactie van de lezer op deze talrijke misdaadromans ophoudt bij de ondergang van de moordenaar, is het maatschappelijk nut van dit literaire genre zeer beperkt. Dan schiet in feite niemand er iets mee op.
Wanneer de misdaadroman in Zuid-Afrika een vorm van pure ontspanning is, dan is Deon Meyer een meester van het escapisme. Er verschijnen in Zuid-Afrika gelukkig ook nog andere romans, zoals bijvoorbeeld die van Dan Sleigh, Ingrid Winterbach, Elisabeth Kotze, Hans du Plessis en John Miles. Zij bieden inzicht in verleden en heden van de complexe Zuid-Afrikaanse samenleving. Maar, het is bepaald niet gemakkelijk om het tegen de ”bloedstollende” concurrenten op te nemen.
De auteur doceerde Zuid-Afrikaanse letterkunde in Amsterdam en Nijmegen. Hij is redactielid van ”Maandblad Zuid-Afrika”.