Trump verdedigt terecht rode lijn gebruik chemische wapens Syrië
Het Witte Huis heeft gesproken. Als het Syrische regeringsleger het weer durft te besteken om een aanval met gifgas uit te voeren, zal het regime in Damascus daarvoor „een zware prijs” betalen, aldus een woordvoerder eerder deze week.
De Verenigde Staten hebben ernstige aanwijzingen dat Syrië bezig is met de voorbereidingen voor een dergelijke aanval. Dat zou blijken uit satellietbeelden en informatie van bronnen in Syrië zelf. Troepenbewegingen en activiteiten bij een basis waar chemische wapens zijn opgeslagen zouden eenzelfde patroon vormen als in april, toen er ook gifgas werd ingezet.
Wat die zware prijs als vergelding voor een eventuele chemische aanval precies zal inhouden, liet Washington in het midden. De waarheid laat zich echter raden. Want de Amerikaanse president Donald Trump gaf in april ook al bevel tot militaire vergelding toen in Syrië een aanval met gifgas werd uitgevoerd. De Verenigde Staten vuurden toen zo’n vijftig kruisraketten op een Syrische luchtmachtbasis af.
Dat was een fors antwoord, en in lijn met het Amerikaanse standpunt dat het gebruik van chemische wapens een rode lijn overschrijdt. Die grens was door Trumps voorganger Obama aangegeven.
Toen echter puntje bij paaltje kwam, koos Obama ervoor eerst toestemming van het Congres te vragen om militair in te grijpen in Syrië. Die goedkeuring kwam er niet – en dus waren er de afgelopen jaren diverse incidenten met chemische wapens waarop geen Amerikaanse militaire reactie kwam.
Trump pakt het anders aan. Hij verdedigt wel degelijk de rode lijn die Amerika heeft aangegeven. De Verenigde Staten zullen het gebruik van chemische wapens niet tolereren. Op straffe van de inzet van fors militair geweld.
Dat is te prijzen, want de bondgenoten van de Syrische president Assad –Rusland en Iran– kan het kennelijk niet schelen dat Syrische regeringstroepen massavernietigingswapens inzetten. Dus als iemand deze gruwelijke praktijken een halt kan en moet toeroepen, is het Amerika.
Tegelijkertijd zetten deze ontwikkelingen de verhoudingen tussen onder meer de Verenigde Staten en Rusland verder op scherp. Moskou steunt vanouds de Syrische president Assad. Na het neerhalen van een Syrisch gevechtsvliegtuig door de VS waarschuwde Rusland dat elk toestel ten westen van de Eufraat als vijandig zal worden beschouwd.
Dat zou potentieel tot het neerhalen van een Amerikaans vliegtuig kunnen leiden – en daarmee tot een directe militaire confrontatie tussen Rusland en de Verenigde Staten.
Dat laat eens te meer zien dat het conflict in Syrië allang geen regionale aangelegenheid is – laat staan een uitvloeisel van de zogenaamde Arabische Lente. Het draait louter om het verdedigen van internationale belangen.
Zo zit de wereld natuurlijk al wat langer in elkaar. Maar twee supermachten tegenover elkaar in een toch al explosieve regio als het Midden-Oosten vormt een toch wel zorgwekkende combinatie. Het is te hopen dat Moskou en Washington het hoofd koel houden. En Damascus ook.