„Predikant moet na aanslag uit Bijbel putten”
Een aanslag of een grote ramp. Hoe verwerkt een predikant actuele nieuwsfeiten in de preek op zondag? Die vraag stond centraal in de cursus ”Actualiteit op de kansel”, die maandag en dinsdag in Zeist werd gegeven.
De cursus stond onder leiding van ds. C. M. A. van Ekris, hervormd predikant in Zeist, en dr. P. J. Visser, verbonden aan de Noorderkerk te Amsterdam. Areopagus organiseerde de cursus.
Areopagus is een centrum dat zich richt op verdieping van de prediking en verbetering van de communicatieve vaardigheden van de predikant. Het is een onderdeel van IZB, vereniging voor zending in Nederland.
Waar ging de cursus over?
Ds. Van Ekris: „We vragen ons met deze cursus af hoe de actualiteit aan de orde komt in de preek. Op welke manier verbind je als predikant de Bijbel met wat er gebeurd is en hoe geef je de mensen richting in hun denken hierover? Kan de Bijbel misschien inzicht geven?”
Ds. Visser: „Naast grote gebeurtenissen zijn er ook dingen die je niet in het nieuws ziet. Elke plaats heeft zijn eigen problematiek die voor de gemeenschap actueel is. Hoe kan de predikant hiermee omgaan? Hoe kan het Woord van God ons confronteren met wat er werkelijk speelt?”
Was er een specifieke gebeurtenis die aanleiding gaf tot het organiseren van de cursus?
Ds. Van Ekris: „De aanslagen in de afgelopen periode gaven ons het besef dat we daar wat mee moesten doen. Stel je voor, op vrijdagmiddag heb je een preek geschreven en op vrijdagavond gebeurt er een aanslag. Wat doe je dan?”
Wat is uw beeld van de manier waarop predikanten de actualiteit in preken verwerken?
Ds. Van Ekris: „Vanuit de gemeente is er de vraag aan de predikant om aandacht te geven aan de leefwereld van de gemeente, waarbij de preek een nieuw perspectief moet bieden. Anderzijds is er veel nieuws dat ver van de toehoorder afstaat en niet als actualiteit wordt gevoeld. Het heeft geen zin om daar loze woorden aan te besteden.”
Ds. Visser: „Ik denk dat erge dingen snel in de emotionele en sensationele sfeer worden getrokken en snel weer zijn vergeten. Maar daar waar het echt haakt en raakt, zijn het actualiteiten die gevoeld en beleefd worden. Vanuit die actualiteit moet een predikant zich afvragen wat hij als predikant hierover kan zeggen vanuit de Schrift en hoe hij zo een eerlijk gesprek met de gemeente aan kan gaan.”
Ds. Van Ekris: „Wanneer een prediker te veel in de actualiteit wordt gezogen, is hij niet vrij om te luisteren naar de Schrift. Je moet dus betrokken zijn, maar tegelijkertijd een zekere afstand bewaren.”
Wat was de reactie van de deelnemers op de cursusdagen?
Ds. Van Ekris: „De complexiteit van het onderwerp is enorm; de prediker moet aan heel veel voldoen. Verder zien we ook een soort liefde ontstaan voor het gegeven dat de prediker de ruimte krijgt om te vertellen wat de Schrift te zeggen heeft.”
Ds. Visser: „Het is ook heel opvallend dat juist in de wereld van nu ruimte is voor de kerk en dat ene Woord. Dat brengt ook een gevoel van dankbaarheid mee.”
Ds. Van Ekris: „Als mensen er belang bij hebben iets te horen, horen ze ook echt wat er wordt gezegd. Tegelijk leren we dat we onze mond moeten houden als we niets te zeggen hebben. We leren ook om dat wat we echt niet bevatten en verdragen kunnen, klagend bij God neer te leggen.”
Ds. Visser: „Klagen is een manier om het uit te praten met God. Het is belangrijk om gevoelens van onvrede niet te laten zitten. De psalmen zijn bij uitstek geschikt om te klagen.”
Heeft uzelf ook nieuwe inzichten gekregen?
Ds. Van Ekris wijst op het boek ”Writing in the Dust” van de Britse anglicaanse theoloog Rowan Williams, waarin staat dat een voorganger „daadwerkelijk betrokken moet zijn bij een drama om er iets waarachtigs over te kunnen zeggen. De predikant moet in de actualiteit ademruimte vinden en die gebruiken om het perspectief dat hij als predikant kan bieden op de situatie, vorm te geven.”
Ds. Visser: „Wat ik ook heel krachtig vond was de opmerking van de Duitse theoloog Bonhoeffer dat je drie mogelijke reacties hebt na een crisis. Je kunt wegkijken, veroordelen, of je afvragen of God ons iets te zeggen heeft in de schokkende ervaring. Het gaat dan over de betekenis van Gods roepstem hierin.”
En hoe moet een gemeentelid er mee omgaan?
Ds. Van Ekris: „Ben je als toehoorder bereid om een verrassende actualiteit te horen? Het is in die verrassing dat God een gemeentelid misschien iets te zeggen heeft.”
Ds. Visser: „Ik zou de vraag willen stellen of er openheid is voor het ongedachte en onverwachte dat het bekende onder kritiek stelt en ons God anders doet kennen.”
Ds. Van Ekris: „Eigenlijk geldt die vraag ook voor de prediker: durf je Gods actualiteit op te nemen in je preek?”