Column: Neem elkaar niet de maat
Vergelijken, dat is iets wat de meeste mensen graag doen. Hoe goed doet een ander het? Ben ik misschien beter? Ook als het over organisaties gaat, zijn benchmarkstudies populair. Niets mis mee, je kunt prima wat van een ander leren.
In de commerciële wereld gaat het vergelijken vaak over harde cijfers, producten, klanten, diensten en imago’s. In de kerkelijke en missionaire praktijk is vergelijken meer gebaseerd op minder tastbare verschillen. Dan gaat het over verschillen in benadering, de theologie ”die erachter ligt”, openstaan voor iets of niet. Al snel krijgt het de toon van: Des Heeren tempel is deze – en niet die andere gemeente of organisatie. Soms resulteert dat in felle brieven, e-mails en discussies.
Veel van deze kritiek blijft binnenskamers. Uit het kleine beetje dat ik gezien heb binnen kerkelijk Nederland weet ik dat de toon af en toe zo fel is dat de honden er geen brood van lusten – tussen broeders van hetzelfde huis. Soms gaat kritiek via de krant, zoals onlangs over de vermeende nieuwe richting van Tot Heil des Volks. Dat leverde een discussie op waar voor een buitenstaander moeilijk uit op te maken viel wie er nu gelijk had.
Kritiek
De laatste jaren ben ik zelf vooral in kerkelijk en missionair werk actief, en langzaam maar zeker ook meer gaan vergelijken. Eén zo’n vergelijking heeft u in mijn vorige column kunnen lezen: tussen onze eigen organisatie Lentera Papua enerzijds en MAF en Jaars anderzijds. Het ging om een illustratie dat businessmodellen mogelijkheden en beperkingen hebben.
MAF en Jaars hebben een sponsormodel dat het mogelijk maakt om lage prijzen te berekenen voor vluchten, terwijl Lentera Papua een commercieel model heeft waarbij de passagiers de hoofdprijs betalen. Bij Lentera is er daardoor geld beschikbaar om lokale piloten op te leiden en een commercieel salaris te bieden, terwijl bij MAF en Jaars een piloot sponsors moet zoeken voor zijn of haar studie en salaris. Een duidelijk nadeel van het commerciële model is dat de kosten voor de gebruiker hoog zijn. Een evangelist zal niet zo snel een commercieel vliegtuigje charteren, want dat loopt nogal in de papieren.
Deze vergelijking was makkelijk op te vatten als kritiek en leverde ook reacties op in die sfeer. Het gaat om bekende organisaties die mooi en belangrijk werk doen. Ook ik maak dankbaar gebruik van MAF om naar een dorp te vliegen en weer thuis te komen. Uit de reacties bleek dat er bij MAF en Jaars ook lokale piloten aan de slag kunnen. Wél zullen ze ook een hart moeten hebben voor de missie en genoegen moeten nemen met een redelijk, maar niet marktconform salaris.
MAF en Jaars hebben ook lokale piloten en monteurs opgeleid. De ervaring uit het verleden is echter dat lokale piloten –net als sommige westerse piloten– na verloop van tijd doorstromen naar een commerciële maatschappij. Omdat het financieel beter haalbaar is om monteurs op te leiden, zet bijvoorbeeld MAF op Papua nu vooral in op het opleiden van lokale monteurs, ook omdat het moeilijk is om internationaal monteurs te werven.
Pijn
Vergelijken is nuttig als we iets willen leren van een ander. Het levert echter weinig tot niets op als het erom gaat om onszelf of onze eigen organisatie op een voetstuk te zetten. Jezus zegt dat we dan de balk in ons eigen oog over het hoofd zien, terwijl we ons richten op de splinter in het oog van een ander. Niet voor niets staat er herhaaldelijk in de Bijbel dat we anderen niet moeten oordelen; blijkbaar is het nodig om deze vermaning te herhalen.
Binnen de kerk en aanverwante organisaties kunnen kleine, relatief onbelangrijke verschillen opgeblazen worden tot een hoofdthema. Het lijkt vruchtbaarder om niet elkaar de maat te nemen, maar juist te kijken waar je elkaar kunt aanvullen. Omdat het gaat om één doel: het behoud van de ander. De houding van Johannes de Doper moet de onze zijn: Christus moet meer worden, ik minder. Dat doet pijn. Het is lastig voor te stellen dat het bij Johannes ook niet even pijn deed toen hij zijn discipelen wees op een andere, meerdere Rabbi. Volg Hem, in plaats van mij.
Als we zo op ons doel gericht zijn, komen verschillen in een ander licht te staan. Dan wordt duidelijk welke verschillen onbelangrijk zijn – en dat andere opvattingen over het doel juist een fundamenteel verschil vormen. Het maakt niet uit of we Paulus’ zakelijke aanpak volgen, of meer gecharmeerd zijn van het charisma van Petrus, of juist gaan voor de welsprekendheid van Apollos – het gaat om Christus.
Elco van Burg is consultant bij Lentera Papua in Indonesië en universitair hoofddocent ondernemerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam.