Het grootste gevaar in het leven is niets te riskeren
Politieke retoriek over criminaliteit; ook de christelijke partijen hebben er een handje van. Maar veiligheid is meer dan een juridisch te reguleren behoefte, schrijft dr. Ronald van Steden. Hij pleit voor herstel van vrijheid en vertrouwen.
Het hoeft geen betoog dat veiligheid, in het bijzonder criminaliteit en overlast, hoog op de politieke agenda staat. De toon die politici over dit thema aanslaan, is er een van aanpakken, oppakken en doorpakken. Dat geldt niet alleen voor de VVD en de PVV als de gedoodverfde pleitbezorgers van ”law and order”. Ook christelijke partijen stellen zich in hun verkiezingsprogramma’s ferm op. Het CDA rept over „een daadkrachtige aanpak” van (georganiseerde) criminaliteit, de CU bepleit een „structurele versterking van de strafrechtketen” en de SGP vindt „dat politie en justitie alles (moeten) doen om de daders op te pakken en hen te straffen.”
Ergens is deze ferme toon te billijken. Al sinds Augustinus (354-430) weten we dat de wereld een onzekere plaats is, waarin mensen angstig, ongehoorzaam en gevallen zijn. En ook Thomas Hobbes (1588-1679) ging eeuwen geleden al indringend in op de „natuurlijke” gewelddadige toestand van mensen, waardoor het leven „eenzaam, armoedig, afstotelijk, beestachtig en kort” is. Daarom draagt de overheid het zwaard niet tevergeefs (Romeinen 13). Iedereen moet het gezag van een door God geven rechtvaardige overheid erkennen. Indien nodig grijpen politie en justitie in als burgers (straf)wetten overtreden en daarmee de rust en veiligheid verstoren.
Crime drop
Tegelijk is enige nuance op zijn plaats. Opvallend genoeg zijn de geregistreerde criminaliteitscijfers in Nederland vanaf de jaren negentig fors gedaald. Criminologen zijn het er met elkaar over eens dat deze daling niet enkel is terug te voeren op afnemende aangiftebereidheid. Binnen de hele westerse wereld hebben we te maken met een ”crime drop”. Data in zowel Europese landen als Noord-Amerika laten eenzelfde trend zien. Ook is er een verbetering zichtbaar in hoe veilig mensen zich voelen. Nederland behoort objectief en subjectief tot de meest veilige landen ter wereld. Toch blijft bij velen het beeld hangen dat het qua criminaliteit en overlast hopeloos verkeerd gaat.
Het gevolg is dat de politieke retoriek over criminaliteit en overlast van veiligheid een doel op zich maakt. We zijn hard op weg om, met een utopisch streven naar liefst honderd procent bescherming, andere waarden weg te drukken. Om veiligheid te laten zegevieren, komen vrijheid en vertrouwen stelselmatig in de knel.
Christenen weten wel beter. Vanuit Bijbels perspectief is de wereld ten diepste gebroken en zijn mensen kwetsbare wezens die gemakkelijk te verleiden zijn. Dat zette Adam er al toe aan om de bekende appel te eten. Broosheid en schuld zitten de mens nu eenmaal ingebakken en daarmee moeten we leren omgaan. Het helpt dus niet om onszelf tot de tanden toe tegen ‘de gevaarlijke ander’ te wapen.
Sterker nog, alle veiligheidsmaatregelen die worden genomen, brengen (onbedoeld) negatieve effecten en nieuwe risico’s met zich mee. Neem het veelbesproken etnisch profileren door de politie om verdachte minderheden te controleren, zonder dat hier een aanwijsbare reden voor is. Deze strategie zou de veiligheid moeten bevorderen, maar leidt vooral tot maatschappelijke polarisatie, die het imago van de politie schaadt en niet effectief bijdraagt aan de bestrijding van criminaliteit. Zo bezien is er een christelijk-sociale bezinning nodig op de huidige hype die veiligheid heet. Welke andere manier van kijken en handelen ten aanzien van criminaliteit en overlast is er mogelijk?
Risico’s
In ieder geval kan vanuit theologische, filosofische en Bijbelse geschriften worden opgemaakt dat veiligheid niet iets maakbaars is. Een zekere mate van onveiligheid behoort ten enen male tot de ”condition humaine”. Dat is ook prima, want zonder het nemen van (verstandige) risico’s zou ons leven onbevredigend zijn en weinig moois brengen. Lees bijvoorbeeld de nieuwtestamentische gelijkenis over een meester die zijn dienaren talenten of ponden meegeeft. Uiteindelijk worden de mannen die handel drijven en bijverdienen hoger aangeslagen dan die ene bange dienaar wiens angst voor de meester zo groot is, dat hij niets onderneemt (Mattheüs 25:14-30; Lukas 19:11-27).
Bovendien heeft de politieke nadruk op het bestrijden van criminaliteit en overlast via het verder aanscherpen van toezicht, handhaving, controlemechanismen en de strafrechtketen geen adequaat antwoord op een maatschappelijke schreeuw om veiligheid. De oorzaak hiervan is dat politici en beleidsmakers veiligheid allereerst voorstellen als een product van regels, protocollen, geboden en verboden. Veiligheid belichaamt tegenwoordig immers een ultiem doel, niet een onvolmaakt middel, voor goed samenleven. De Bijbelse volgorde is echter precies andersom: zoek eerst naar liefde voor je naaste en voor God en daarna zullen veiligheid en voorspoed als vanzelf over je komen.
Anders gezegd is veiligheid meer dan een juridisch te reguleren behoefte. Veiligheid appelleert ook aan onderling vertrouwen, wederzijdse zorg en de gave van geborgenheid. Dit inzicht zit diep in het christelijk-sociale denken verborgen, maar raakt ondergesneeuwd in een politiek klimaat waarin veiligheidsmaatregelen over elkaar heen buitelen. Zo was Maarten Luther (1483-1546) een pleitbezorger van wat hij certitudo noemde: geloofs- of heilszekerheid, dat volgens hem een geschenk, geen bezit, is. Veiligheid en zekerheid komen ten diepste van God. Niet dat we hiermee de politie meteen moeten afschaffen, maar een wat mildere houding ten aanzien van veiligheid zou de christendemocratie sieren.
Sociale verbinding
Deze houding benadrukt dat de mens, als op God gelijkend (Genesis 1:26), niet geheel door zonde, chaos en ellende is uitgewist. Juist een genadevolle Schepper zorgt ervoor dat er ruimte blijft voor naastenliefde en meeleven. Het voorgaande betekent dat christenen en christelijke politieke partijen meer werk kunnen maken van veiligheid die begint bij sociale (ver)binding. Hierdoor komt er automatisch meer verantwoordelijkheid terecht bij het maatschappelijk middelveld – een beleidskeuze die past binnen de door velen gewenste participatie- of coöperatiesamenleving en naadloos aansluit bij het christelijk-sociale ideaal dat de ”civil society” voor de overheid gaat.
Concreet kunnen we denken aan het stimuleren van herstelrecht, mediation en andere alternatieve vormen van conflictbemiddeling. Deze initiatieven laten bemoedigende uitkomsten zien bij het weer op de rails krijgen van gebroken relaties in de nasleep van conflicten. Daders en slachtoffers raken met elkaar in gesprek, er kunnen excuses worden aangeboden en misschien volgt er (financiële) genoegdoening. Idealiter kunnen beide partijen daarna weer min of meer met een schone lei verder. Of neem Stichting Exodus, die ex-gedetineerden werk, een woning en een wederhelft (sociale contacten) aanbiedt, waardoor zij beter re-integreren en minder gevoelig zijn voor terugval.
Veiligheidsbeleid dat vanuit verbondenheid vertrekt, biedt een hoopvolle tegenhanger van een smalle, juridische en repressieve insteek, die momenteel de boventoon voert. Dit beleid appelleert aan Bijbelse barmhartigheid en de mogelijkheid dat gebroken relaties worden hersteld. Zoiets is niet soft of zachtzinnig, maar vergt hard werken en biedt geen garantie op succes. Er zullen tegenslagen zijn. Toch is een socialer ingestoken veiligheidsbeleid de moeite meer dan waard. De dichter William Arthur Ward (1921-1994) schreef ooit: „Het grootste gevaar in het leven is niets te riskeren. Wie niets riskeert, doet niets, heeft niets, is niets.”
De auteur is politicoloog en werkzaam als universitair hoofddocent aan de afdeling bestuurswetenschap & politicologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. De aanleiding voor dit artikel is het essay ”Veiligheid in verbondenheid: een christelijk-sociale visie op burgerparticipatie bij het tegengaan van overlast en criminaliteit”, dat vrijdag verschijnt (WI ChristenUnie/Buijten & Schipperheijn).