Hemel op aarde
Handelingen 19:2a
„Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, als gij geloofd hebt?”
Nu een woord tot hen die getrokken worden door de Vader en onder de Geest van dienstbaarheid zijn, maar die geen kenmerken waarnemen. Zij roepen steeds: „Wie zal ons verlossen van het lichaam dezes doods?” (Romeinen 7:24). Maar „vrees niet, klein kuddeke.” Want ondanks dat u nu zuigelingen in de genade bent, zal het „uws Vaders welbehagen zijn u het Koninkrijk te geven” (Lukas 12:32). De genade van God zal u door Jezus Christus verlossen, zal u geven waarnaar u dorst. Hij heeft het beloofd. Hij zal het ook doen.
Als u niet vertraagt, zult u de Geest der aanneming tot kinderen ontvangen, de belofte van de Vader. Volhard slechts in het zoeken en wees vastbesloten geen rust in uw geest te vinden, tot u weet dat u opnieuw, van Boven geboren bent en dat Gods Geest getuigt met uw Geest dat u kinderen van God bent. U, die de Heilige Geest ontvangen hebt met al Zijn heiligende genade. U, die bijna rijp bent voor de heerlijkheid. Weest gegroet, zalige heiligen. Want uw hemel is reeds op aarde begonnen. U hebt de eerstelingen van de Geest al ontvangen en wacht geduldig op de zalige verandering, wanneer uw oogst voltooid zal zijn. Ik zie en bewonder u, hoewel ik helaas ver van u vandaan ben. Ik weet dat „uw leven met Christus verborgen is in God” (Kolossenzen 3:3).
George Whitefield, predikant te Newburyport
(”Keur van leerredenen”, 1770)