Zelfbedrog
Handelingen 19:2a
„Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, als gij geloofd hebt?”
Er zijn mensen die zich bedriegen met een valse hoop op de zaligheid. Door de invloed van een goede opvoeding en door Gods voorzienigheid weerhouden, zijn ze niet met anderen „meegelopen tot dezelfde uitgieting der overdadigheid” (1 Petrus 4:4). Daarom denken zij dat zij de Heilige Geest niet nodig hebben en vleien zich met de gedachte dat zij werkelijk wedergeboren zijn. Maar toont u dit door vruchten van de Geest voort te brengen? Bidt u zonder ophouden? Hebt u de wereld overwonnen? Hebt u uw vijanden en alle mensen lief op dezelfde wijze als Jezus Christus?
Als deze dingen, broeders, in u overvloedig aanwezig zijn, mag u vrijmoedigheid tot God hebben. Maar zo niet, al bent u een beschaafd mens, dan bent u niet bekeerd. U bent nog in uw zonden. De natuur van de oude Adam heerst nog steeds in uw ziel. Tenzij de natuur van de tweede Adam in de plaats van de eerste ingegraveerd wordt, zult u nooit God kunnen zien. U kunt zich niet opsieren met de versierselen van een goede aard en een nette opvoeding, zoals Agag eens sprak (1 Samuël 15:32).
George Whitefield, predikant te Newburyport
(”Keur van leerredenen”, 1770)