Boijmanslamp werpt nieuw licht op collectie
Met een speciaal voor Museum Boijmans Van Beuningen door Philips ontworpen ledspot en een geheel vernieuwde opstelling komt de kunstcollectie de komende maanden in een geheel nieuw daglicht te staan.
Die belichting met de zogenoemde Boijmanslamp is een verrassend extraatje bij het aanschouwen van de collectie, die door kunstenaar en voormalig hoogleraar kunstgeschiedenis Carel Blotkamp flink door elkaar is gehusseld. „Je reist als het ware met een tijdmachine heen en weer door de kunstgeschiedenis. Ik hoop via abrupte overgangen tussen de periodes het oog te scherpen en de geest te prikkelen,’ zegt hij.
In maar liefst 39 zalen in het Rotterdamse museum is door zijn hand een nieuwe, sprankelende opstelling ontstaan. Daarin is de oude, vertrouwde tijdlijn en chronologie verlaten en heeft plaats gemaakt voor bijzondere kunstcombinaties, waarbij oud en modern naast elkaar worden getoond.
Directeur Sjarel Ex hoopt met de zomerprogrammering, die zaterdag opent, circa 80.000 tot 90.000 bezoekers te trekken. Behalve de vernieuwde opstelling zijn er de komende maanden vier tentoonstellingen te zien van internationale hedendaagse kunstenaars. Werken van de Amerikaan Richard Serra, de Zwitser Raphael Hefti, de Zweedse Gunnel Wåhlstrand en de Nederlanders Sylvie Zijlmans en Hewald Jongenelis vormen de trekpleisters.
De vernieuwde belichting plaatst al die werken in een bijna natuurlijk daglicht. ,Je ziet de kunstwerken op de manier zoals de kunstenaar dat met de lichtinval in zijn atelier bedoeld heeft”, aldus Ex, die samen met beeldend kunstenaar Peter Struycken en Philips heeft samengewerkt aan de innovatie. „Struycken benaderde ons met de vraag waarom we toch altijd die plenzen geel licht op kunstwerken gooiden. Elke spot was gelig. Samen met Philips hebben we gewerkt aan een natuurgetrouw licht en die heet nu de Boijmanslamp.”
De kunstwerken in Boijmans worden belicht met een combinatie van de Boijmanslamp en warm en koud TL-licht. „Je ziet meer”, vindt samensteller Blotkamp. „Of het daglicht is? Het komt aardig dichtbij. Als ik in het museum naar mijn hand kijk en in de buitenlucht, dan zie ik nauwelijks verschil.”