Column: Schepper is geen ingenieur
In de kerk hoor je vaak dat we ons niet te veel moeten laten ringeloren door de wetenschap. Ik word daar soms een beetje achterdochtig van. In het algemeen geldt dat als iemand ergens voor waarschuwt, hij of zij er op een of andere manier toch wel mee bezig is. Zo is het ook hier.
Het valt mij keer op keer op hoezeer de kerk haar eigen taal laat beïnvloeden door de wetenschap. Natuurlijk kun je dan geharnaste standpunten hebben die schijnbaar ingaan tegen wat in de wereld gangbaar is, maar ondertussen is er meer aan de hand. Uitersten raken elkaar.
Om eens een steen door de ruit te gooien: ik denk dat dit gebeurt bij het spreken over wonderen. We doen vaak alsof er maar twee keuzes zijn. Jona zat letterlijk drie dagen in de walvis, of niet. De bijl dreef letterlijk op het water, of niet.
In de orthodoxe hoek kiest men voor het eerste. God is de Schepper van Zijn eigen natuurwetten, dus Hij kan er ook omheen werken. De wat liberalere christen ziet het probleem niet: de betekenis van wonderverhalen in de Bijbel blijft toch overeind, ook al zijn ze niet echt gebeurd? Waarom zouden we het op een conflict met de wetenschap laten aankomen?
Dit lijken onverzoenbare standpunten, maar eigenlijk zitten ze dicht bij elkaar. Wie God buiten Zijn eigen natuurwetten om laat werken, heeft Hem toch subtiel eerst Zijn plaats gewezen. Het klinkt veel Bijbelser dan ”wel-waar-maar-niet-echt-gebeurd”, maar het leunt evengoed sterk op het schema van deze wereld.
Hetzelfde zie je gebeuren bij het geloof in wonderen (vooral genezingswonderen) in onze eigen tijd. Interessant genoeg kun je dan zomaar scepsis vinden bij broeders en zusters die als het gaat om de wonderen in de Bijbel geen twijfel gedogen. Zij geloven wat meer in de weg van de middelen. Dankzij onze moderne gezondheidszorg zijn die gelukkig ruim voorhanden. God kan die zegenen en er op die manier gebruik van maken. Natuurlijk, God heeft de middelen niet nodig, maar opnieuw heeft Hij maar twee keuzes om in te grijpen: via de middelen (meestal) en buiten de middelen om (zelden tot nooit).
Toch bestaan er ook genoeg christenen die de gave van de gezondmaking een warm hart toedragen. Wat zo’n genezing vermag, stelt dokters voor een raadsel. Zij kunnen dit ingrijpen van God immers niet verklaren en zouden, als ze eerlijk zijn, moeten toegeven dat God hier in directe zin aan het werk is. Ondertussen hanteren deze christenen voor het ingrijpen van God dezelfde maat als voor het ingrijpen door dokters: het is iets wat we kunnen meten en vaststellen. Een genezingswonder zonder merkbaar effect is mislukt.
Achter deze op het eerste gezicht tegenstrijdige standpunten van liberale, reformatorische en evangelische christenen functioneert achterliggend hetzelfde raamwerk. Het is het raamwerk dat God dwingt om hetzij op een natuurlijke manier, hetzij op een bovennatuurlijke manier in te grijpen. Met een voor iedereen vast te stellen gevolg. Maar God is geen superingenieur.
Toegegeven, we hebben beelden en metaforen nodig om over de betrokkenheid van God op onze wereld te spreken. Maar ik geloof dat het onderscheid tussen bovennatuurlijk en natuurlijk tekortschiet om te verwoorden hoe God ingrijpt in onze werkelijkheid. Het drijft te ver af van de taal die ons door de Heilige Geest is geleerd. Als we God voorstellen als een Persoon Die buiten of via de natuurlijke orde om dingen kan regelen, blijft Gods ingrijpen gevangen in de menselijke voorstellingswijze. We zijn zo gefascineerd door de wetenschap dat we alleen maar zo kunnen denken. Maar we doen er God mee tekort. God hoort niet bij de wereld van de dingen. De natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die van de Geest van God zijn.
Of is dit alleen maar een woordenspelletje? Ik denk het niet. Dat God de Schepper is, deze wereld draagt door het Woord van Zijn kracht, dat Jezus is opgestaan uit de dood, we moeten maar niet denken dat we dat zomaar in onze zak kunnen steken. Het zijn werkelijkheden die ons worden geopenbaard en waar we met onze beperkte begrippen maar moeilijk toegang toe kunnen krijgen. En als de werkelijkheid van God ons overkomt –in onze bevindelijke traditie zijn we daarover noch onwetend, noch sprakeloos– hebben we dan veel behoefte aan het onderscheid ”bovennatuurlijk” of ”natuurlijk”? Het heil van God waar de kerk al eeuwen over spreekt, overkomt de mens met huid en haar. Een journalistieke of natuurwetenschappelijke reconstructie daarvan achteraf mist altijd de kern van wat echt is gebeurd.
Aart Nederveen werkt als klinisch fysicus bij de afdeling radiologie van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Reageren? rubriekforum@refdag.nl