Bestraffing
Handelingen 19:2b
„Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, als gij geloofd hebt?”
In plaats van begiftigd te zijn met de godzalige bereidheid om alle mensen lief te hebben –zelfs uw vijanden–, kan ook uw hart vol haat, kwaadwilligheid en wraak zijn. U bespot hen die oprechte volgelingen van de nederige Jezus zijn.
Maar denkt u, zondaren, dat God zulke vuile ellendelingen in Zijn aanwezigheid toelaat? Zou Hij u toelaten, stelt u zich dan voor dat u zich in Hem zou verlustigen?
Nee, de hemel zou geen hemel voor u zijn. De duivelse geneigdheid van uw hart zou het onmogelijk maken dat alle geestelijke genietingen van die zalige woningen u gelukkig maken. Wilt u zalig deel kunnen hebben aan die hemelse erfenis met de heiligen in het licht, dan is er een geschiktheid nodig waarvoor u heel uw leven nodig hebt.
Weliswaar zult u met de rechtvaardigen in zekere zin God zien, „want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus” (2 Korinthe 5:10). Maar u moet Hem eenmaal zien, en daarna nooit meer. Want omdat u het beeld van de duivel in u draagt, zult u bij de duivelen moeten verblijven. Daar u dezelfde natuur hebt als de duivel, moet u in zijn verdoemenis delen.
Heb daarom berouw en bekeert u, opdat uw zonden mogen worden uitgewist. Zoek de Heilige Geest te ontvangen voor u hier vandaan gaat. Want hoe kunt u anders de helse verdoemenis ontvlieden?
George Whitefield, predikant te Newburyport
(”Keur van leerredenen”, 1770)