Minister Schippers: Euthanasie wordt nooit makkelijk
Waarom heeft de Levenseindekliniek het zo druk, vooral met psychiatrische patiënten? Hebben psychiaters wel voldoende tijd voor goede zorg? Over die vraag debatteerde de Tweede Kamer donderdag.
„Wij hebben te kampen met enorme wachttijden.” Met die boodschap meldt de Levenseindekliniek zich met enige regelmaat in het nieuws.
Begin deze maand trok psychiater Casteelen, verbonden aan de instelling, aan de bel in dagblad Trouw. Psychiatrische patiënten met een doodswens die bij de kliniek aankloppen, moeten volgens haar zes tot negen maanden wachten voor artsen een begin kunnen maken met het beoordelen van hun euthanasieverzoek.
Trouw liet een aantal betrokkenen verklaringen opperen voor de wachtlijsten, onder anderen psychiater Johan Huisman. Hij is voorzitter van de Steungroep Psychiaters en vraagbaak voor beroepsgenoten die met euthanasieverzoeken te maken krijgen. Huisman uitte het vermoeden dat psychiaters euthanasieverzoeken door overbelasting en tijdsdruk weleens te gemakkelijk afschuiven naar de Levenseindekliniek. Met name daarover vroeg de Kamer op initiatief van GroenLinksKamerlid Ellemaat vandaag opheldering van minister Schippers (VWS).
Schriftelijk liet Schippers eerder alleen weten het „zorgwekkend” te vinden als psychiaters door administratieve lasten geen euthanasieverzoeken meer in behandeling kunnen nemen. Op Huismans afschuiftheorie ging ze niet in. Wie echter kennisneemt van het pas verschenen, derde evaluatieonderzoek over de euthanasiewet komt daarin weinig aanknopingspunten tegen voor deze veronderstelling. Onderzoek naar het grensverkeer met de Levenseindekliniek levert op dat 23 procent van de psychiaters weleens een patiënt naar deze instelling heeft doorverwezen na het niet-uitvoeren van zijn verzoek; een minderheid dus.
Op de vraag of zij verzoeken sinds de komst van de kliniek sneller weigeren, antwoordt slechts 9 procent bevestigend.
Er lijkt iets anders aan de hand: volgens het rapport stijgt het aantal jaarlijkse euthanasieverzoeken van psychiatrische patiënten fors; van 320 in 1995 naar 1100 in 2016. Tegelijkertijd daalt de bereidheid van psychiaters om deze stervensverzoeken in te willigen. In 1995 achtte 47 procent van hen het denkbaar ooit euthanasie te verrichten bij een psychiatrische patiënt; vorig jaar nog 37 procent.
Driekwart van de psychiaters noemt als reden om euthanasie of hulp bij zelfdoding te weigeren dat er sprake was van een verzoek waarvoor de euthanasiewet nooit bedoeld is geweest. Concreet houdt dat bijvoorbeeld in dat zij nog behandelalternatieven zagen (53 procent). Wat verder opvalt: bijna geen enkele psychiater in het onderzoek pleit ervoor de mogelijkheden voor euthanasie te verruimen. Wel twijfelen veel psychiaters of zij moeten meewerken aan euthanasie als zij vinden dat eerdere behandelingen die een patiënt heeft ondergaan kwalitatief onvoldoende zijn. De ggz-zorg heeft volgens hen ernstig geleden onder de krimpende budgetten en behoeft dringend verbetering. Een psychiater uit het onderzoek vreest dat de ggz over twee jaar moet concluderen: „We hebben nu wel 150 mensen met een euthanasieverzoek gezien en als je strikt kijkt, is slechts bij 25 de behandeling goed geweest en bij 125 slecht.”
De fracties van 50PLUS en SP riepen Schippers vandaag op snel orde op zaken te stellen in de ggz. Schippers wil echter waken voor te snelle verklaringen voor het niet-inwilligen van euthanasieverzoeken door psychiaters. Volgens haar stijgt het aantal euthanasieverzoeken geleidelijk en is de groei van het aantal wensen van psychiatrische patiënten onderdeel van die trend.
De toename is volgens haar niet zo abrupt dat er meteen moet worden ingegrepen.
De VVD vroeg de minister hoe ze de kennis over suïcidepreventie van het platform 113 Zelfmoordpreventie beter kan verspreiden in de hele beroepsgroep. Schippers noemde dat „een heel intelligentie suggestie”, maar zei zich ook te kunnen voorstellen dat de steungroep die psychiaters adviseert bij het uitvoeren van euthanasieverzoeken wordt uitgebreid.
Over de administratieve lastendruk rond euthanasieverzoeken zei Schippers dat een psychiater nu eenmaal verplicht is het hele besluitvormingsproces grondig te documenteren. „Euthanasie zal nooit makkelijk worden en een toetsingscommissie moet achteraf altijd kunnen beoordelen dat de uitvoering zorgvuldig was. Ik wil daar niet aan tornen. Achteraf moet alles nazoekbaar zijn.”