De verfmaker en het ministerie zouden elkaar voortdurend op de hoogte hebben gehouden van de ontwikkelingen via persberichten en vertrouwelijke informatie. Ook dachten ze actief met elkaar mee. Bovendien zou het ministerie bij de voorbereiding van een gesprek met PPG-topman Michael McGarry hulp hebben gekregen van Akzo.

De contacten tussen Akzo en het ministerie dateren al vanaf donderdag 9 maart, de dag dat PPG met een eerste bod op de onderneming kwam.

Een woordvoerder van minister Henk Kamp (Economische Zaken) stelde dat contact tussen het ministerie en bedrijven een heel normale gang van zaken is, via mail en brief. Bij de Kamervragen ging het onder meer om de beschermingsconstructie bij AkzoNobel. Om die vragen goed te kunnen beantwoorden was het nodig dat Akzo de juiste informatie gaf aan het ministerie, aldus de zegsman.

Verder heeft Kamp volgens de woordvoerder altijd gezegd dat de overnamestrijd tussen Akzo en PPG aan de bedrijven zelf was. Kamp steunde wel de argumenten van Akzo om de toenadering van de Amerikanen te verwerpen.

AkzoNobel benadrukte in een reactie dat er geen vertrouwelijke informatie is gegeven aan het ministerie. Verder maakte het overleg deel uit van het normale contact tussen Akzo en de overheid, een belangrijke belanghebbende rond het bedrijf, aldus een woordvoerder.

Hans Schenk, hoogleraar economie aan de Universiteit Utrecht en kroonlid van de Sociaal-Economische Raad, liet in een reactie weten dat op het oog hier niks ontoelaatbaars is gebeurd. Het ministerie voert als belangenbehartiger van het bedrijfsleven de hele tijd overleg met bedrijven, zowel uit binnen- als buitenland, aldus Schenk.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wilde geen inhoudelijk commentaar geven op de zaak.