Opinie

Spoed ongewenst bij afschaffen lijstverbindingen

Het doek gaat vallen voor het verschijnsel lijstverbinding. Een meerderheid in ons parlement wil af van de mogelijkheid dat twee of meer geestverwante politieke partijen vóór de verkiezingen met elkaar afspreken dat zij alle reststemmen bij elkaar zullen optellen en dat, mocht het totaal van die reststemmen voldoende zijn voor een restzetel, de partij met de meeste reststemmen die zetel krijgt.

Hoofdredactioneel commentaar
21 June 2017 12:19Gewijzigd op 16 November 2020 10:51
Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Beeld ANP, Robin Utrecht.
Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Beeld ANP, Robin Utrecht.

Zó is die in 1973 ingevoerde mogelijkheid tot lijstverbindingen nooit bedoeld, vindt een meerderheid in Tweede en Eerste Kamer. Het was bedoeld om partijen die gingen fuseren al voor die fusie de optie van zeer nauwe samenwerking te geven.

En bovendien is het kiezersbedrog, stelt een van de voorstanders van afschaffing, te weten D66. Want hoe weet je nu of een kiezer die, zeg maar, GroenLinks stemde, het ermee eens is dat zijn stem in het voorkomende geval aan de PvdA wordt geschonken?

Een rare redenering. Het ligt immers voor de hand dat een kiezer zijn reststem het liefst besteed ziet aan een partij die erg lijkt op de partij waarop hij stemde? En bovendien: als een CU-stemmer per se niet wil dat zijn stem wordt doorgesluisd naar bijvoorbeeld de SGP, dan heeft hij toch de mogelijkheid géén ChristenUnie te stemmen? Hij is toch van tevoren op de hoogte van die lijstverbinding?

Toch weten de voorstanders van afschaffing van geen wijken. Na het debat, gistermiddag in de Senaat, zal de Eerste Kamer volgende week over het wetsvoorstel stemmen. En dan valt voor het fenomeen lijstverbindingen ongetwijfeld het doek.

Een ramp? Dat is te sterk uitgedrukt. Maar dat dit bij de komende gemeenteraadsverkiezingen diverse partijen, waaronder ChristenUnie en SGP, over het hele land gezien best wat raadszetels kan gaan kosten, staat vast.

Het zou daarom netjes zijn als de voorstanders van afschaffing nog even pas op de plaats zouden willen maken. Dat kan door volgende week in de Senaat de motie-Sini/Bikker te steunen, die verzoekt om stemming over het wetsvoorstel uit te stellen tot er advies is gevraagd aan de staatscommissie parlementair stelsel. Het kan ook door de motie-Schalk te steunen, die verzoekt de inwerkingtreding van het wetsvoorstel uit te stellen tot na de gemeenteraadsverkiezingen.

Wie die laatste motie opportunistisch wil noemen, mag dat doen. Maar terecht is het niet. Iedereen weet immers dat voorbereidingen voor raadsverkiezingen al vele maanden van tevoren gemaakt worden. Nu reeds zijn partijen in de weer met programma’s, lijstverbindingen, lijsttrekkers en de volgorde op lijsten. Dat in ogenschouw nemend, zou het alleen maar chic en gepast zijn als de landspolitiek zou zeggen: oké, wij willen af van de lijstverbindingen, maar wij willen geen onnodige werklast leggen op hardwerkende, plaatselijke politici en partijleden, onder wie veel vrijwilligers. Wij willen niet dat zij, nog in zo’n laat stadium, allerlei besluiten moeten herzien en aanpassen. We houden ons nog even in. Zó belangrijk is dit punt –waarover sinds 1973 nauwelijks geklaagd is– nu ook weer niet. Haastige spoed is zelden goed.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer