Kansen creëren voor de Canis lupus in Canada
De parkeerplaatsen bij het Northern Lights Wildlife Wolf Centre in het Canadese Golden waren vrijwel allemaal bezet, deze zaterdagmorgen. Er is veel belangstelling voor deze dierentuin met maar één smaak, de wolf.
De zeven roofdieren in de twee kennels koesteren zich lui in de ochtendzon. De bezoekers slenteren door het park in de Canadese provincie British Columbia of luisteren naar wat een voorlichter vertelt over de Canis lupus, de Latijnse naam voor dit gevreesde roofdier.
Het blijken Nederlanders te zijn die deze ochtend in het park zijn neergestreken op advies van hun reisorganisator, een in Canada wonende Nederlandse bioloog. Ze zijn enthousiast, maar niet erg te spreken over de prijs voor de anderhalf uur durende wandeling door het wolvenbos. Het is dan ook niet de wolf, maar de 300 dollar (200 euro) die hen afschrikt.
„Maar dat is voor twee personen hoor, dat valt toch wel mee”, protesteert beheerster Shelley Black enigszins verongelijkt. Het centrum kan de inkomsten van de bezoekers goed gebruiken, want van de Canadese overheid hoeft het wolvencentrum niets te verwachten.
„Geen cent krijgen we”, mokt Black. „We moeten het hebben van sponsors en entreegelden van de bezoekers.” Gelukkig voor het centrum worden dat er steeds meer. Vorig jaar kwamen er ruim 26.000 mensen naartoe. De bekendheid in Canada groeit.
Doodgereden
Dat het voedsel voor de dieren wordt geschonken door vleesverwerkers, lokale kruideniers of boeren scheelt geld. Ook de politie helpt mee. „Wij krijgen hier ook dieren die zijn doodgereden.”
Dat overkwam begin dit jaar overigens ook een wolf die vanuit Duitsland de grens met Nederland was overgestoken. Hij zwierf vervolgens enige tijd door de Drentse dreven, maar werd op de A28 bij Veeningen, tussen Hoogeveen en Meppel, doodgereden. Het bleek te gaan om een gezond, jong mannetje van ongeveer anderhalf jaar oud uit een roedel in de buurt van Bremen, in Noord-Duitsland.
Voorzichtige comeback
Het was niet voor het eerst dat het roofdier zich weer in de Lage Landen liet zien sinds het laatste exemplaar er eind 19e eeuw werd doodgeschoten. De wolf is bezig aan een voorzichtige comeback, maar op een terugkeer van de wolf in de Nederlandse natuur zit niet iedereen te wachten, zoals boeren en schaapherders.
Shelley Black heeft er een uitgesproken mening over die is gestoeld op haar jarenlange ervaring en kennis van het wolvenleven. Beslist: „Ook in Nederland kan de wolf aarden, ondanks de talloze (snel)wegen die de natuurgebieden doorkruisen. Jullie hebben veel bossen. Bovendien leren wolven wegen te mijden. Op elke plek is wel ruimte voor de wolf. En je hebt een roofdier nodig om het evenwicht in de natuur te brengen.”
Slechte reputatie
Shelley en haar man Casey Black begonnen het Northern Lights Wildlife Wolf Centre in 1998. Sinds negentien jaar proberen ze via voorlichting het negatieve beeld van de wolf bij te stellen.
Volgens Shelley worden kinderen nog vaak opgevoed met verhalen over gevaarlijke weerwolven of de grote boze wolf die in sprookjes argeloze kindertjes verslindt. „De wolf heeft een slechte reputatie, maar hij verdient beter. Deze dieren worden gevreesd en gehaat. Maar feit is dat er geen enkel document is waaruit blijkt dat een wolf in de afgelopen honderd jaar in Noord-Amerika een mens heeft gedood. Nog zo’n feit: de wolf jaagt op zieke en gewonde dieren en zorgt zo voor een gezonde wildstand. Ten slotte, minder dan 1 procent van de veestapel in Noord-Amerika wordt gedood door de wolf.”
Shelley Black is er dan ook van overtuigd dat de mens en de wolf „vreedzaam” kunnen samenleven, „ook in het kleine Nederland.”
Spil ecosysteem
De wolf staat in de natuur niet alleen aan de top van de voedselketen, het dier is ook de spil in het ecosysteem, volgens Black. „De aanwezigheid van de wolf heeft een enorme impact op andere dieren en de flora. Als de wolf daar wordt weggehaald, groeit de populatie van prooidieren. Totdat al het gras en bomen opgepeuzeld zijn en andere dieren wegtrekken of doodgaan door voedselgebrek. Zo valt de hele voedselketen uit elkaar.”
Als voorbeeld noemt Black het Yellowstone National Park in de Verenigde Staten. „Alle wolven zijn daar gedood, in 1926 de laatste. Wat gebeurde er vervolgens? In de jaren 50 waren ook alle bevers verdwenen. Bepaalde boomsoorten namen in aantal af, net als vissoorten. Het park stierf een langzame dood. De aantallen herten, elanden en bizons daarentegen floreerden als nooit tevoren, maar roofdieren redden het niet. Tot 1995, toen de wolf vanuit Canada opnieuw werd geïntroduceerd in Yellowstone. De vegetatie kwam terug, evenals de bever en de stand van de hoefdieren werd weer gezonder. Zelfs bepaalde vogelsoorten keerden terug in het park.”
Het bos in
De samenleving moet af van het angstdenken over de wolf, vindt de wolvenkenner. „Daarom gaan we naar scholen en nemen we dan een wolf mee. Zo willen we de nieuwe generatie respect voor deze dieren bijbrengen.” Ook kunnen bezoekers van het park, onder begeleiding, het wolvenbos in. „We laten de dieren los, maar ze komen altijd weer terug. Ze zijn in gevangenschap geboren en inmiddels gewend aan mensen.”
Ondanks alle inspanningen voor het behoud van de wolf en de voorlichting zijn de Blacks gematigd optimistisch over de kansen van het roofdier in Canada. „Twintig jaar vechten heeft hier nog maar weinig verbetering in het denken over de wolf gebracht.” De handdoek in de ring gooien, is er echter niet bij. Black: „Er is altijd een zonnige kant.
Canadese wolf is vogelvrij
De wolf is in Canada geen beschermde diersoort zoals in de meeste Europese landen. Op veel plekken in het op een na grootste land ter wereld mag het hele jaar door zonder vergunning op de wolf worden gejaagd. In totaal lopen er in de reusachtige wildernis zo’n 30.000 à 40.000 wolven rond. Hun aantal neemt echter sterk af, vooral ook doordat het roofdier vogelvrij is verklaard.
In de nationale parken van Banff, Jasper, Yoho en Kootenay leven per park gemiddeld nog zo’n 50 wolven, terwijl de teller vier jaar geleden op een gemiddelde van 120 stond.
Een langer leven in gevangenschap
De wolf leeft in het wild veel korter dan in gevangenschap. Daar kan hij wel vijftien jaar oud worden, in de vrije natuur drie tot zes jaar, soms nog korter.
In een dierentuin leeft de wolf beschermd en hoeft hij niet te jagen op prooien. Hij raakt daarbij dus ook niet gewond.
In het wild heeft de wolf maar één vijand: de mens. Daarom probeert hij zover mogelijk bij hem vandaan te blijven. En dat kan hij goed, want de wolf hoort een mens al op 8 kilometer afstand en ruikt hem op 2 kilometer, zegt Shelley Black van het Canadese Northern Lights Wildlife Wolf Centre.
Wolven leven in familiegroepen, roedels. De gemiddelde samenstelling ervan bestaat uit vier tot acht dieren. Hogerop in het noorden van Canada komen roedels van 20 à 25 dieren voor. Maar ook ”lone wolves” zwerven daar nog rond. Deze proberen zich weleens bij een roedel aan te sluiten of er zelf een te stichten.