Cultuur & boeken

Hunkeren naar Eliots universum

Titel:

Tjerk de Reus
26 May 2004 12:15Gewijzigd op 14 November 2020 01:16

”Middlemarche”
Auteur: George Eliot; vertaald door Annelies Roeleveld en Margret Stevens
Uitgeverij: Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2002
ISBN 90 253 1156 3
Pagina’s: 916
Prijs: € 54,95. „Tot mijn spijt moet ik vertellen dat Fred Vincy al op de derde dag na de veelbelovende gebeurtenissen in Houndsley dieper in de put zat dan hij zijn hele leven ooit had gezeten.” Zo luidt de openingszin van een willekeurig hoofdstuk uit de roman Middlemarch. Onmiddellijk is duidelijk dat we hier te maken hebben met een roman van de oude stempel, want geen enkele hedendaagse schrijver laat zich zó bevoogdend uit over ’zijn’ personages.

Zo’n roman is dus ”hopeloos ouderwets”, maar tegelijk zal menigeen met genoegen gaan lezen in deze ’dikke pil’ van de Engelse schrijfster George Eliot (1819-1880). Zoals zij het deed in 1871-1872, toen Middlemarch verscheen, zo doen schrijvers het vandaag niet meer. De hele twintigste eeuw zit tussen Eliot en ons en dat is een diepe kloof, geslagen door wereldoorlogen, door een cultuur die in stroomversnelling raakte, door de onttovering van ons wereldbeeld. Toch ontneemt dat alles de lezer vermoedelijk niet het leesplezier; stiekem hunkeren wij vandaag naar de orde, de helderheid en de vredigheid van Eliots universum. De orde in de samenleving van het stadje Middlemarch is duidelijk, het leven is zinvol, troost is er bij de Vader in de hemel - die het ons overigens verder niet al te lastig maakt. De mens is bovendien zo slecht nog niet; de holocaust is onbestaanbaar, het negativisme of de radicaliteit van denkers en schrijvers als Nietzsche, Sartre of W. F. Hermans is ver weg. Eliots breed opgezette boekwerk weerspiegelt intussen niet alleen op boeiende wijze een Engelse samenleving uit de eerste helft van de negentiende eeuw, ook biedt zij herkenbare portretten van mensen en hun onderlinge gedrag - dat is in veel opzichten een voluit actueel aspect van deze grootse roman. Lettend op deze karaktertrek van de roman sluipt de onrust dit wereldbeeld, dat zich aanvankelijk zo vredig voordoet, tóch weer binnen. Er zijn sterke krachten werkzaam waardoor mensen elkaar het leven zuur maken. Er zijn drukkende maatschappelijke kaders, die gemakkelijk liefdesrelaties onder spanning kunnen zetten. Kortom, de mensen uit Middlemarch zijn in feite niet van gisteren, maar van vandaag.

Mary Ann Evans -zoals de eigenlijke naam van George Eliot luidt- werd geboren in 1819 in de Midlands in Engeland. Ze was een intelligent kind, leerde snel en las veel. Ze werd gematigd calvinistisch opgevoed, was een tijd voorstander van radicale evangelische opvattingen, maar liet in de loop van haar leven het geloof stukje bij beetje varen. In haar werk is heel wat godsdienst te vinden; strenge en ’soepele’ gelovigen worden treffend getypeerd. Eliot kon hiervoor putten uit eigen ervaringen. Als twintiger vertaalde ze Duitse theologische en filosofische werken, o.a. van de theoloog Strauss en de filosoof Feuerbach. Eliot was een onafhankelijk denkende vrouw, die er niet voor terugschrok om in het strenge Engeland te gaan samenwonen met een bekende schrijver, die in feite nog gehuwd was. Eliot koos haar eigen weg en dat veroorzaakte opschudding. In 1858 debuteerde zij als schrijfster, in 1871 en 1872 verscheen haar magnum opus Middlemarch. De kwaliteit van dit werk werd meteen erkend, o.a. door schrijvers met Europese faam, zoals de Brit Henry James en de Rus Toergenjev.

Het toneel is in Middlemarch heel breed. Eliot biedt een blik in de Britse (plattelands-)samenleving rond 1830. Zij schetst allerlei standen uit de toenmalige samenleving door personages te laten optreden die deze standen vertegenwoordigen. Dat klinkt technisch, maar Eliot ontwerpt deze ’wereld’ met groot gemak en de souplesse van de ware verteller. Ze is daarbij soms wel wat langdradig. Zij neemt er uitvoerig de tijd voor om haar personage te karakteriseren, en geeft tussendoor zelf ook heel wat commentaar, dat nogal eens het karakter heeft van morele levenswijsheid. Twee centrale verhoudingen beheersen de vertelling. Allereerst de liefdesrelatie tussen de jonge, talentvolle Dorothea Brooke en de oudere heer Casaubon. Dorothea trouwt met hem met het voornemen hem bij te staan bij het voltooien van zijn levenswerk, een wijsgerig-godsdienstig boekwerk, waarvan de hele wereld zal ophoren. Na de huwelijkssluiting beleeft Dorothea teleurstelling na teleurstelling en gaandeweg ontdekt ze dat Casaubon een benepen en conservatief mannetje is, gespeend van originaliteit en inzicht. Dat geeft haar een grote innerlijke spanning, die tegelijk de spanning weerspiegelt tussen het progressieve en creatieve maatschappelijk tendensen enerzijds en verstokt conservatisme anderzijds. Dat klimaat was typerend voor de Britse samenleving in de eerste helft van de negentiende eeuw. De grote ontdekkingen op natuurwetenschappelijk gebied stonden voor de deur, de industrialisatie greep om zich heen. Dankzij deze schuivende panelen, werden de maatschappelijke tegenstellingen scherper. Dat proces is ook zichtbaar in het huwelijk tussen de arts Lydgate en zijn vrouw Rosamond Vincy. Lydgate is een man die de vooruitgang in zijn vak toejuicht, terwijl zijn vrouw alle beweeglijkheid in denken en doen verstikt onder een deken van provincialisme en egoïsme.

Rond deze twee centrale echtparen staan talloze anderen, die op natuurlijk wijze hun plaats innemen in de wereld van Eliot. Allen weerspiegelen iets van de eigenheid van de samenleving van toen. Wie als hedendaags lezer daarvan eenmaal de smaak te pakken heeft, zal onontkoombaar vallen voor de meeslepende kracht van Eliots vertelkunst. Middlemarch geeft een beeld van de tijd van toen, die veel actuele ingrediënten blijk te bevatten. Kortom, Middlemarch is een klassiek werk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer