Het wereldbeeld van een materialist
Titel:
”De koude revolutie. Confrontaties en bespiegelingen”
Auteur: Michel Houellebecq; samenst., vert. en naw. door Martin de Haan
Uitgeverij: De Arbeiderspers, Amsterdam, 2004
ISBN 90 295 22577
Pagina’s: 349
Prijs: € 22,50. Van de geruchtmakende Franse schrijver Houellebecq verscheen onlangs een nieuw boek in het Nederlands. Het is een verzameling niet eerder in Nederland verschenen werk. Interviews en beschouwingen over poëzie en allerlei andere onderwerpen wisselen elkaar af. Dit boek werpt nieuw licht op de achterliggende levensfilosofie van de auteur. Helaas biedt zijn materialistische levensvisie weinig hoop voor de toekomst.
De nieuwste Houellebecq-uitgave biedt de lezer een blik in de intellectuele keuken van de schrijver. Het eerste deel van het boek bevat artikelen over H. P. Lovecraft (1890-1937), een auteur waarvoor Houellebecq bijzondere waardering koestert. Thema’s uit het werk van Lovecraft keren bij Houellebecq terug. Lovecraft was een uitgesproken materialist. In zijn ogen was de wereld niet meer dan één grote hoeveelheid bewegende deeltjes. Kenmerkend voor het werk van Lovecraft is ook zijn minutieuze beschrijving van de wereld met gebruikmaking van wetenschappelijke begrippen.
Hoewel Lovecraft een materialist is, duiken in zijn boeken kosmische monsters op. Deze monsters vormen de dreigende achtergrond van het menselijk bestaan. Zij maken deel uit van de mythologie die Lovecraft ontwikkelde. Die mythologie heeft duidelijk occulte trekken. Zo blijkt dat mensen die meer van deze machten willen weten, hun nieuwsgierigheid met de waanzin en de dood bekopen. Akelig detail is dat Lovecraft zelf altijd een flesje cyaankali bij zich droeg om eventueel een einde aan zijn leven te maken.
Lovecraft toont een sterke aversie tegen alles wat met seksualiteit te maken heeft. Bij hem heeft dat mogelijk te maken met zijn onvolwassenheid. In ieder geval was hij niet in staat tot een duurzame relatie met een vrouw: zijn huwelijk liep na niet al te lange tijd stuk. Op het punt van de seksualiteit voelde Lovecraft zelfs sympathie voor de puriteinen. Die sympathie betrof de zuiverheid die ze betrachtten, niet het doel van hun leven.
Materialisme
De bewondering die Houellebecq voor Lovecraft toont, betekent niet dat hij hem in alle opzichten volgt. Wel zijn de overeenkomsten tussen het gedachtegoed van Lovecraft en Houellebecq aantoonbaar. Bijvoorbeeld wat de materialistische insteek betreft. Deze benadering komt bij Houellebecq tot uiting in zijn grote sympathie voor de positivistische denker Auguste Comte (1798-1857). Uiteindelijk zegeviert alleen dat wat wetenschappelijk verklaarbaar is. Zo heeft ook Houellebecq een onbegrensd vertrouwen in de wetenschap, die de mensheid werkelijk een stap verder heeft gebracht. Het mensdom kan dat echter nog maar moeilijk aanvaarden en zoekt daarom zijn heil in allerlei spirituele stromingen als New Age.
Religie blijft wel noodzakelijk, maar dat is dan een religie van een geheel andere orde dan de gangbare religies. Het betreft een atheïstische vorm van religie, die past bij het wetenschappelijk wereldbeeld. Houellebecq is van mening dat dankzij wetenschappelijke ingrepen de mens van zijn ondeugd verlost kan worden. Wel hecht hij sterk aan het behoud van positieve waarden als altruïsme, liefde en trouw. Hij betreurt oprecht de teloorgang daarvan in de huidige samenleving.
In lijn met Lovecraft toont ook Houellebecq zich afkerig van de dominante plaats die seksualiteit in de samenleving heeft gekregen. Hij laat zien hoe en waarom de beleving van seksualiteit geheel ontspoord is. De moderne, geheel geïndividualiseerde mens denkt alleen aan zijn eigen genot. En daaraan moet alles ondergeschikt gemaakt worden, ook de seksualiteit. De beschrijving van dit onderwerp in de boeken van Houellebecq is confronterend en in zijn gedetailleerdheid moreel onaanvaardbaar. Wel is zijn boodschap duidelijk. Hij schildert scherp de ontspoorde en liefdeloze houding tegenover seksualiteit. Genot wordt gekocht, niet in liefde gegeven.
Genotscultuur
Het draait bij de moderne mens slechts om twee dingen: lichamelijk genot en geld. Deze begeerten verdoven de mens. Het individualisme, dat hoogtij voert, leidt dan ook tot moord en ellende. De mensheid is op weg naar een catastrofe.
De gerichtheid van de mens op zichzelf illustreert Houellebecq helder met zijn analyse van een feest. Hij weet heel scherp de leegheid van een feest aan te geven omdat alleen maar telt hoeveel aandacht de ander aan jou schenkt tijdens het feest. Euthanasie is in de visie van Houellebecq niets anders dan de bevestiging dat het leven bestaat uit eigenbelang en het genoegen dat je er zelf aan kunt beleven. Houellebecq acht de invloed van de menselijke begeerten zo groot dat zij een historische vervanging vormen voor het christelijk geloof. Hij hekelt in dit verband de reclame, als middel om de begeerten op te roepen en de suggestie van levensvulling te bieden.
Houellebecq blijkt een vermoeden te hebben van de omkering van alle waarden bij Lovecraft. Zo constateert hij dat in de mythologie van Lovecraft „een beangstigende omkering van de christelijke thematiek te herkennen valt.” In die omkering van het Evangelie eindigt de mensheid onder leiding van duistere machten „allen tezamen schreeuwend en dodend en brassend in vreugde.” Houellebecq heeft eveneens gedachten dat de aarde op zo’n wijze aan zijn einde komt.
Ergens stelt Houellebecq, onze tijd overziende, dat het moment daar is voor iets anders. Ook is hij zich „pijnlijk helder” bewust van het feit dat een beschaving zonder religie geen lang leven beschoren is. Maar die religie kan in zijn ogen ook atheïstisch zijn, passend bij de huidige stand van de wetenschap. Hij kan zich niet voorstellen dat een mens vandaag de dag nog interesse kan hebben in een religie die je niet beschermt tegen de dood.
Dood en leven
Houellebecq roept enerzijds sympathie op door zijn eerlijke en scherpe analyse en kritiek op de verworvenheden van de ”linkse kerk”. In die zin vertoont zijn werk raakvlakken met het opbloeiend conservatisme. Hij maakt zichtbaar dat emancipatie, individualisme, kapitalisme en een ondoordachte keuze voor een multiculturele samenleving hun tol eisen.
Jammer genoeg zoekt deze populaire Franse auteur de uitweg voor de problemen van de hedendaagse cultuur op een verkeerde plaats. Wetenschap en techniek hebben zeker niet alleen voorspoed en geluk gebracht. Die zijn evenzeer een bedreiging als een lonkend perspectief. Meest triest is dat Houellebecq niet gelooft dat Christus de Opgestane en de Levende is, Die de dood overwon.
De lectuur van Houellebecq drukt ons wel met de neus op de feiten. Hij dwingt de lezer ertoe zich te verantwoorden over zijn eigen opvattingen aangaande onze cultuur en de grote vragen van het leven. In dat licht is het te meer duidelijk dat het christelijk geloof en daarop gebaseerde wereldbeschouwing grote actualiteit heeft. Daarmee krijgt de werkelijkheid om ons heen de diepste betekenis.