Een misdadiger in gewetensnood
Oorspronkelijk verscheen ”Onder de perenboom” in een Duits gezinstijdschrift. Als vervolgverhaal, bedoeld om jong en oud wegwijs te maken in de grote wereld. Een wereld met schaduwzijden. Want wat beweegt een echtpaar om een moord te plegen?
In de zomermaanden van 1885 verscheen in het Duitse gezinstijdschrift ”Die Gartenlaube” (Het prieel) de feuilleton ”Unterm Birnbaum” van Theodor Fontane (1819-1898). Onder de titel ”Onder de perenboom” ligt er nu een Nederlandse vertaling.
De roman speelt zich af in het Duitse dorpje Tschechin (ten zuiden van Frankfurt an der Oder) in de 19e eeuw. Hoofdpersoon is de herbergier en kegelbaanbezitter Abel Hradscheck. Tschechin ligt in een overgangsgebied van Pruisen en Slaven waar sterke vooroordelen over en weer een stempel drukken op het alledaagse leven. Over de Polen is die positief, wat te maken heeft met de opstand van 1831. Maar negatief zijn de mensen over de uit Bohemen afkomstige Hradscheck.
Hoewel Abel Hradscheck een joviale kerel is die graag met zijn stamgasten het glas heft, vertrouwen de boeren van Tschechin hem niet helemaal. Hij gokt veel en maakt schulden. Bovendien heeft hij een vrouw, Ursel, die door haar luxe levensstijl uit de toon valt. Echt deugen doet Hradscheck in de ogen van de Tschechiners dus niet. En dat gevoel wordt versterkt wanneer zich een vreemde gebeurtenis voordoet waar Hradscheck bij betrokken is.
Onvindbaar
Hradscheck krijgt bezoek van Szulski, de vertegenwoordiger van de firma Olszewski-Goldschmidt uit het Poolse Krakau. Szulski komt het geld ophalen dat Hradscheck aan deze firma is verschuldigd. Na een avond drinken en plezier, logeert Szulski in de herberg van Hradscheck. De koets waarmee Szulski de volgende dag richting Frankfurt wil reizen, raakt echter in een storm van de weg en belandt in de Oder. Van Szulski zelf is geen spoor te vinden.
Buurvrouw Jeschke heeft Hradscheck ’s nachts onder de perenboom een gat zien graven. Alles wijst erop: daar moet de vermoorde Szulski liggen. Maar in de kuil ligt een Franse soldaat die daar al twintig jaar eerder is begraven. De sluwe Hradscheck ontspringt de dans.
Voor de lezer is de moord echter zonneklaar. De verteller maakt duidelijk dat de verdwijning een euvele daad is. Hradscheck heeft Szulski vermoord en hem van zijn geld beroofd. Om het spel compleet te maken, heeft Hradscheck zijn vrouw Ursel overgehaald om de rol van Szulski over te nemen en gehuld in diens pelsjas en met bedekt gezicht op de bok van Szulski’s rijtuig plaats te nemen.
De verdenking van de dorpsgemeenschap en de plaatselijke politieman Geelhaar valt onmiddellijk op Hradscheck. Maar die weet zich er handig uit te manoeuvreren. Het lichaam blijft onvindbaar en Hradscheck gaat vrijuit.
Totdat men hem in zijn door rollende vaten geblokkeerde kelder vindt, naast het lichaam van Szulski dat hij wilde opgraven.
Gewetensnood
Voor Ursel Hradscheck, medeplichtig aan de moord op Szulski, ligt de zaak totaal anders. Ze is een diepgelovige vrouw. Overgestapt van de katholieke naar de protestantse kerk. Haar geweten kwelt haar en doet haar wegkwijnen tot ze uiteindelijk overlijdt. Op het gietijzeren kruis op haar graf staat: ”Matth. 6:14”. De tekst uit Mattheüs luidt: „Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal de hemelse Vader ook u vergeven…”
Slaat de door Hradscheck gekozen Bijbeltekst op hemzelf? Het is lastig om de betekenis van de Bijbeltekst in het verhaal helder te krijgen. Dat geldt ook voor de Bijbelcitaten op andere plekken.
Zeker is dat de in gewetensnood verkerende Ursel Hradscheck voortdurend worstelt met vragen van schuld, vergiffenis en „de eeuwige vrede van een arme ziel.”
Voor de verteller Fontane ligt daarin de kern. Hij heeft geen misdaadroman of griezelroman in de geest van Edgar Allen Poe of Arthur Canon Doyle willen schrijven. De dader is bekend. De plot draait om de manier waarop Hradscheck met zijn schuld omgaat, en hoe de bewoners van Tschechin onderling over het echtpaar Hradscheck kwaadspreken. Vooral de heksachtige roddelaar Moeder Jeschke is prachtig getypeerd. Fontane laat af en toe de handeling ‘stollen’ om bijvoorbeeld de sfeer van Hradschecks huis te laten voelen of om een gesprek in de gelagkamer te laten meebeleven.
Gids naar de wereld
Fontane baseerde zijn roman op een moord uit 1842 in het dorp Letschin. Bij de aanleg van een stoep ontdekte men daar een skelet. Daarop volgde een diepgaand onderzoek naar de mogelijke moordenaar. In de pers werd de zaak breed uitgemeten. Fontane nam belangrijke details uit die berichtgeving over.
Dat het weekblad ”Die Gartenlaube” de roman als vervolgverhaal publiceerde, lijkt vreemd. Met zijn hoge oplage was het weekblad vooral bedoeld om in familiekring te worden voorgelezen. De verklaring waarom dit misdaadverhaal werd afgedrukt, ligt in het fundamentele doel van ”Die Gartenlaube” als gids naar de wereld. De wereld van de grote uitvindingen, de kunsten, van de veranderingen binnen de productie van voedsel, van godsdienstige leiders, de wonderen van de natuur. Maar ook van de schaduwzijden van de menselijke geest. Misdaad hoorde daar bij. Niet als spannend amusement, maar als boeiende inkijk in de geest van een misdadiger die zich geen raad meer wist met zijn schulden.
Alleen in die context doen we recht aan Fontane als auteur van misdaadromans.
Boekgegevens
”Onder de perenboom”, Theodor Fontane; uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 284 2692 4; 175 blz.; € 17,99.