Kip Fladder is slachtoffer van pesten
Fladder kan geen eieren leggen. Daarom plagen en pikken andere kippen haar. Ze zet haar hoed op en loopt weg uit het kippenhok. In een dierentuin ontmoet ze Zwartje, een gerafelde kip. Ze doet Zwartje in bad en koopt een hoed voor haar.
Samen gaan ze terug naar het kippenhok. Want al kan Fladder dan geen eieren leggen, ze mist het hok en samen met Zwartje is Fladder niet alleen sterk, maar ook weer welkom.
De essentie van het verhaal –gepest worden en je verwaarloosd voelen– dreigt verloren te gaan in een avontuur waarvan je je afvraagt of het niet wat uit de hand is gelopen. Had Zwartje niet gewoon de kip van de buren kunnen zijn? Waarom zou een kip in een dierentuin niet goed verzorgd worden?
Ook is niet alles even nauwkeurig doordacht. Kippen wassen zichzelf bijvoorbeeld met zand. Een zandbak was dus beter geweest dan een zeepbellenbad. En ook de functie van de hoeden komt niet goed uit de verf. „Zwartje past wel tien hoeden! Grote en kleine. Petten met stipjes en petten met streepjes. Samen kiezen ze een rode hoed en een rode tas. „Dat staat je mooi Zwartje!”” Geeft een hoed de kippen zelfvertrouwen? Willen ze zich onderscheiden van andere kippen?
De tekeningen in waterverf zijn niet op elke pagina even spannend wat kleur en compositie betreft. Er is wel gedacht aan speelse details, wat een fijne aanvulling is op het verhaal in dit prentenboek. Hier en daar kan de lezers kikkers en muizen ontdekken. Altijd leuk om te zoeken en te tellen.
Boekgegevens
”Fladder”, Dicky Nieuwenhuis en Judith Stunnenburg (ill.); uitg. De Banier, Apeldoorn, 2016; ISBN 978 94 029 0228 0; 26 blz.; € 9,95.