Formatie gestrand? Niet getreurd
Moeten we erom treuren dat het vormen van een coalitie tussen VVD, CDA, D66 en GroenLinks nu echt van de baan is? Niet bepaald. Ja, dat er sinds de verkiezingen nu al drie maanden zijn verlopen zonder dat we in de kabinetsformatie veel zijn opgeschoten, is jammer. Al geldt hier zonder twijfel: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Nederland zou er niet veel mee zijn opgeschoten als er een kabinet in elkaar zou zijn geflanst dat al op korte termijn, bijvoorbeeld als de vluchtelingenstroom uit Afrika weer zou gaan aanzwellen, als een zeepbel uit elkaar zou spatten.
Zat er logica in het onderzoeken van de combinatie VVD, CDA, D66 en GroenLinks? Ja en nee. Ja, omdat hier een combinatie werd onderzocht van de grootste partij met drie winnaars, onder wie ook nog eens de grootste winnaar, te weten GroenLinks.
Maar voor het overige pleitte er vooral veel tégen deze coalitie. Zo was een opvallend kenmerk van de laatste verkiezingsuitslag dat linkse partijen in hun totaliteit fors verloren; de 29 zetels verlies van de PvdA werden bij lange na niet gecompenseerd door de winst (14 zetels) van GroenLinks. In dat licht bezien zou het merkwaardig geweest zijn als er een coalitie was gesmeed waarin nu juist een uitgesproken linkse partij als die van Klaver een grote invloed zou hebben uitgeoefend op het regeerprogramma.
Wat eveneens tegen deze coalitie pleitte, is dat er in het West-Europese electoraat steeds sterker een tweedeling zichtbaar wordt tussen zogeheten globaliseringswinnaars en -verliezers. De eerste groep bestaat uit hoogopgeleide wereldburgers, individualistisch georiënteerd, die er vooral van profiteren dat de wereld een dorp werd. De andere groep bestaat uit laag opgeleiden, diep geworteld in hun lokale gemeenschap, die voortdurend de nadelen ondervinden van toenemende migratiestromen. Asielzoekers krijgen, menen zij, voorrang bij het toewijzen van huizen, Polen pakken, in hun beleving, hun banen af.
Vanuit deze invalshoek bezien zou een kabinet waarin drie partijen zitten die vooral de globaliseringswinnaars vertegenwoordigen (D66, GroenLinks en VVD), geen goede vertaling zijn van de verkiezingsuitslag. Omdat het twijfelachtig is of zo’n coalitie erin kan slagen in onze samenleving voldoende samenbindend te werken door de zorgen van de globaliseringsverliezers serieus te nemen.
Daarom hoeft er niet hard getreurd te worden over het stranden van de nu onderzochte coalitie. Eerder zal er in meerdere kringen wat gegniffeld worden nu de voorkeurscoalitie van D66-voorman Pechtold, ondanks diens verwoede pogingen de zaak in zijn richting te dwingen, gestrand is.
Rest de vraag wat er dan wél moet gebeuren. Een combinatie van ”het motorblok” met de ChristenUnie? Of met de PvdA? Wat vanuit christelijk oogpunt verkieslijk is, is duidelijk. Maar laat de landspolitiek in elk geval de lijn van het streven naar stabiliteit proberen voort te zetten, een lijn die in 2012 door Rutte en Samsom moedig is ingezet. Want niemand is gebaat bij wankele regeringen en bij een herleving van de periode 1998-2012, toen veertien jaar lang geen enkel kabinet de eindstreep haalde.