Dat zei prof. dr. Eva Pajkrt vrijdag in de oratie waarmee ze haar benoeming tot hoogleraar Verloskunde aan het AMC in Amsterdam aanvaardde. Het gaat om echo’s bij achtereenvolgens tien, dertien, twintig, achtentwintig en vierendertig zwangerschapsweken.

Bij de twintigwekenecho zou volgens de hoogleraar ook standaard de baarmoedermond moeten worden gemeten, omdat het risico op een vroeggeboorte mede afhangt van de lengte daarvan.

De echo’s moeten het risico op foetale sterfte in Nederland terugdringen, aldus Pajkrt. Zo’n driekwart van die sterfte wordt nu veroorzaakt door spontane vroeggeboorte waarmee onvoldoende rekening is gehouden, door groeivertraging in de baarmoeder die niet tijdig is opgemerkt of door ernstige, aangeboren afwijkingen, die veelal pas laat worden ontdekt.

Pajkrt begrijpt niet waarom de gezondheid van de moeder in Nederland gaandeweg de zwangerschap steeds frequenter wordt gecontroleerd, terwijl van de foetus nu alleen rond de tiende en de twintigste zwangerschapsweek een echo wordt gemaakt. „Na die twintigste week vallen mogelijk de klappen”, zegt ze in haar oratie.

Begin dit jaar adviseerde ook de Gezondheidsraad het kabinet een nieuwe dertienwekenecho op te nemen in het standaardscreeningspakket. Een nieuw kabinet zal daarover een besluit moeten nemen.