Toch dankdag voor agrariërs
De mkz-crisis trof Nederland hard. Het was niet de eerste tegenslag voor de landbouwsector. Agrariërs hebben de afgelopen jaren heel wat over zich heen gekregen, vooral vanuit Straatsburg en Brussel. Toch is er genoeg reden voor agrariërs om woensdag dankdag te houden, vindt Jacob van Vliet.
Op komende dankdag –voor gewas en arbeid– worden predikanten geroepen namens de kerkelijke gemeenten in gebed en prediking de Heere dank te zeggen voor de binnengehaalde oogst en de verrichte arbeid in het achterliggende seizoen tussen biddag en dankdag (maart-oktober). Deze al eeuwen bestaande traditie is gebaseerd op de situatie in de landbouw. In de achterliggende eeuw is de betrokkenheid van veel burgers op de landbouw aanzienlijk gedaald. Tevens ligt daarin een verklaring voor de huidige grote afstand tussen de agrarische (voedsel)producent en de consument.
Een korte schets van de ontwikkelingen in de agrarische sector. Die roepen spanningen op bij agrariërs. Ook niet-agrariërs, burgers, hebben daarmee te maken. De vraag in dit verband is of dankdag nog een dankdag kan zijn.
Veilig voedsel
Hoewel in Nederland voldoende veilig voedsel is, bestaan er veel zorgen rond het voedsel en de productie ervan op de agrarische bedrijven. De zorgen betreffen in de eerste plaats de agrariër zelf. In zijn bedrijfsvoering is hij afhankelijk van het weer en/of het zich voordoen van ziekten en plagen bij zijn gewassen en dieren. In het afgelopen seizoen werd dat bevestigd.
Enkele weken na biddag brak in Nederland het zeer besmettelijke mond- en klauwzeer (mkz) uit onder het vee. Op veel bedrijven in Gelderland, Overijssel en Friesland en op sommige bedrijven in Utrecht en Noord-Brabant werd het vee ’geruimd’. Rond Oene, Kootwijkerbroek en Ee zijn tienduizenden dieren uit voorzorg gedood om verdere verspreiding van mkz te voorkomen. Dit heeft ontzaglijk veel verdriet en emoties veroorzaakt. En de verwerking van dit leed is nog in volle gang.
Hoewel de meeste veehouders een schadevergoeding voor de geruimde dieren krijgen, viel het inkomen (tijdelijk) weg. De mkz-crisis heeft ook bij veel andere agrarische bedrijven, toeleverende en afnemende industrieën en niet-agrarische bedrijven (als bouwbedrijven en recreatieoorden) tot economische schade geleid. Veel akkerbouwers ondervinden dit najaar oogstschade door de grote regenval. Ook een aantal tuinders heeft als gevolg van hevige regenbuien waterschade.
Intensivering
Als lid van de Europese Unie (EU) heeft Nederland tot in de jaren 1980-1990 sterk geprofiteerd van het landbouwbeleid in de EU. Dit beleid was vooral gericht op een zo goedkoop mogelijk voedselpakket binnen de EU. En dat is gelukt, want de prijzen van het voedsel zijn in de afgelopen vijftig jaren minder gestegen dan de inflatie. Dus verhoudingsgewijs zijn de prijzen voor het voedsel lager dan rond 1950.
De Nederlandse overheid stimuleerde binnen de kaders van het EU-beleid de productie op de individuele landbouwbedrijven. Veel agrarische ondernemers hebben hun bedrijven vergroot en geïntensiveerd. Mede door het hoge kennisniveau van de agrarische ondernemers ontwikkelde Nederland zich tot een belangrijk exportland; 75 procent van de agrarische productie wordt geëxporteerd.
Schaduwzijden intensivering
Een keerzijde van de schaalvergroting en met name van de intensivering in de veehouderij is het ontstaan van een mineralenoverschot in de vorm van mest. Ook zijn in de samenleving vragen ontstaan over het dierenwelzijn. De overheid speelt hierop in door (strengere) regelgeving.
Een ander aspect is de toegenomen kans op besmetting van dierziekten, vooral door het grote aantal (internationale) transporten van dieren over grote afstanden en de grote dierdichtheid in Nederland. De mkz-epidemie heeft dat duidelijk gemaakt. Dat vergt maatregelen om deze besmettingsdruk tegen te gaan.
Een derde aspect betreft de nadelige gevolgen voor het milieu van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de teelt van gewassen en fruit. Het heeft de overheid ertoe gebracht om een groot aantal middelen te verbieden. De verzorging van bepaalde teelten is daardoor nogal problematisch.
Deze op duurzaamheid gerichte overheidsmaatregelen leiden doorgaans tot hogere kostprijzen. In combinatie met de onder druk staande of zelfs dalende opbrengstprijzen lopen de rendementen in de agrarische sector dan ook terug.
Hoge grondprijzen maken het voor jonge ondernemers moeilijk om het ouderlijk bedrijf over te nemen. En de druk op de grondprijs lijkt nog niet ten einde. De vraag naar grond voor woningbouw, bedrijventerreinen, infrastructuur en natuur en recreatie blijft groot. Aankoop van gronden van natuur gebeurt vooral door de overheid. De motivatie hiervoor ligt vooral in het gegeven dat de stedeling en dorpeling in onze gejaagde maatschappij naar rust en stilte zoeken en deze op het platteland nog vinden.
Liberalisering
De tendens naar lagere opbrengstprijzen is onder andere een gevolg van omschakeling in het EU-beleid van marktprijsondersteuning naar inkomensondersteuning. De laatste is gericht op agrarische bedrijfsvoering, waarin de leefbaarheid van het platteland behouden blijft of wordt verbeterd. Deze verandering hangt samen met afspraken en onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Daarbinnen wordt gestreefd naar afbouw van marktprijsondersteunende maatregelen en importheffingen.
De Nederlandse overheid ondersteunt in haar beleid een verdere liberalisering van de agrarische markt. Ze beschouwt de agrarische sector als een economische activiteit, die op de vrije markt zijn inkomen moet verwerven. Tegelijkertijd loopt de overheid in haar beleid voor gewasbeschermingsmiddelen en dierenwelzijn sneller dan de EU zelf. Daarmee neemt de kostprijs in Nederland sneller toe dan die in andere EU-landen. De liberalisering doet de macht van de grootwinkelbedrijven, en indirect de consument, toenemen. Hoewel de burger kostprijsverhogende maatregelen voor een schoner milieu en meer dierenwelzijn wenst, is deze burger als consument in de winkel vaak niet genegen een hogere prijs te betalen. De burger handelt op deze wijze als consument niet consequent en lijkt zijn verantwoordelijkheid te ontlopen.
Bezinning
Ondertussen zit de agrariër bekneld tussen de grillen van de vrije markt, hoge financieringslasten en lage rendementen. In de eerste plaats zal de agrariër bij zichzelf moeten beginnen om zich te bezinnen. Daarbij is het de vraag of hij nog wel als enkeling op de agrarische markt kan blijven functioneren. Om zich te weer te stellen op de vrijere markt, is samenwerking met andere agrarische producenten in combinatie met toeleverende en afnemende industrieën een eerste stap om krachtiger te kunnen opereren. Daarnaast is het de vraag of burgers en agrariërs in de financiering van de bedrijven elkaar tot een hand en voet kunnen zijn.
Voor het handelen van de mens met dieren, planten en de omgeving in het algemeen (het ecosysteem) neemt binnen de algemene ethiek de aandacht toe. Ook in onze gereformeerde gezindte is een ethische bezinning op deze problematiek vanuit Gods Woord dringend noodzakelijk. Daarmee kan een kader voor de bijbels-theologische inbedding in prediking en pastoraat voor verantwoord handelen in en met het geschapene worden ontwikkeld. Een dergelijke theologisch-ethische bezinning is zowel voor de christenagrariër als voor de christenconsument van belang. Het scherpt voor beiden de verantwoordelijkheid in het beoefenen van het rentmeesterschap, ook met betrekking tot de productiemethoden in de landbouw.
In die bezinning kan eveneens de afweging tussen economie en ethiek aan de orde komen. Het belang daarvan is dit voorjaar uitermate pijnlijk naar voren gekomen in de mkz-periode. Het doden van dieren die in een grote straal rond Oene tegen mkz waren gevaccineerd, werd gerechtvaardigd om daarmee de exportpositie van Nederland veilig te stellen.
Danken én bidden
In Nederland worden na vele goede jaren de marges voor de agrarische producenten door voortgaande liberalisering en hogere eisen aan de agrarische productie kleiner. En dit jaar ondervonden veehouders, en ook vele burgers, de ingrijpende gevolgen van een mkz-uitbraak, in het bijzonder rond Oene, Kootwijkerbroek en Ee. En ongetwijfeld waren er ook andere tegenslagen. Eén ding is echter zeker; de Heere regeert. Hij is het Die krachten geeft om een kruis te dragen. Daar mogen we Hem op dankdag ook om bidden. Maar ook gebed om inzicht en doorzicht voor de agrariërs (producenten). En laten we ook de overheid in ons gebed niet vergeten. Door de tegenslagen heen is er ook veel om de Heere te danken. Want we hebben nog zo veel. Vooral als we op de overvloed aan veilig voedsel zien. Producenten en consumenten hebben dan ook alle reden om dankdag te houden. Om te danken én te bidden.
De auteur is bestuurslid van de sector landbouw en visserij van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU).