Belegger geeft eigen plan AkzoNobel een kans
De beurs in Amsterdam is donderdag met winst de handel uitgegaan. AkzoNobel sloot na een aanvankelijk koersverlies in de plus, nadat branchegenoot PPG Industries had laten weten zijn overnameplannen niet door te zetten. Ook op de aandelenmarkten elders in Europa stonden bij de slotbel overwegend gematigde winsten op de koersenborden.
De aan het Damrak toonaangevende AEX-index sloot met een winst van 0,6 procent op 527,03 punten. De MidKap ging 0,8 procent omhoog tot 804,25 punten. De hoofdgraadmeters op de beurzen in Londen, Frankfurt en Parijs sloten met winsten tussen de 0,3 en 0,7 procent.
AkzoNobel zakte aanvankelijk ruim 3 procent in het rood, maar beleggers lijken het verf- en chemieconcern voorlopig het voordeel van de twijfel te gunnen. Het aandeel sloot op een winst van 0,7 procent. PPG had ruim 22 miljard euro over voor zijn Nederlandse branchegenoot, maar werd enkele keren de deur gewezen. In een vijandig bod hadden de Amerikanen geen trek.
Telecombedrijf Altice was met een winst van 2,4 procent de sterkste stijger onder de hoofdfondsen. Philips deed het met een plus van 1,7 procent ook goed. Het in gezondheidszorg gespecialiseerde technologieconcern kondigde een aantal stappen aan in de zorg voor kankerpatiënten. Boskalis en Unilever waren de enige dalers in de AEX met verliezen van 0,4 en 0,3 procent.
In de MidKap steeg TKH Group 2,5 procent. KBC Securities schroefde het koersdoel voor het aandeel van het technologiebedrijf op. Daarmee was TKH de sterkste stijger onder de middelgrote fondsen. Vastgoedfonds Vastned, luchtvaartgroep Air France-KLM en bouwer BAM wonnen rond de 2 procent.
Banco Popular ging in Madrid bijna 18 procent onderuit. Een Europese toezichthouder zou hebben gewaarschuwd dat de Spaanse bank gevaar loopt wanneer geen koper wordt gevonden. In Londen verloor telecomconcern BT Group 1 procent na een adviesverlaging door de Amerikaanse zakenbank Morgan Stanley.
De olieprijzen profiteerden van een verdere daling van de olievoorraden in de Verenigde Staten. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,1 procent tot 48,93 dollar. Brentolie werd 0,8 procent duurder op 51,16 dollar per vat. De euro was bij het scheiden van de markt 1,1210 dollar waard, tegen 1,1235 dollar een dag eerder.