De Dow-Jonesindex, met daarin de dertig grootste Amerikaanse beursfondsen, eindigde 0,2 procent lager op 21.029,47 punten. De bredere S&P 500 daalde 0,1 procent tot 2412,91 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq zakte eveneens 0,1 procent en sloot op 6203,19 punten.

Zowel de bestedingen als de inkomens van Amerikaanse consumenten lagen in april 0,4 procent hoger dan een maand eerder. Dat komt overeen met de gemiddelde prognose van economen. Ook een stijging van de gemiddelde huizenprijzen in twintig grote Amerikaanse steden voldeed aan de verwachtingen.

Daar stond tegenover dat het consumentenvertrouwen in ’s werelds grootste economie, gemeten door onderzoeksbureau Conference Board, in mei voor de tweede maand op rij is gedaald. De graadmeter viel daarbij een stuk verder terug dan economen in doorsnee hadden voorspeld.

Net als in Europa eerder op de dag waren financiële fondsen uit de gratie. Goldman Sachs en JPMorgan Chase waren de sterkste dalers onder de hoofdfondsen met verliezen van 2,3 en 1,7 procent. Telecomconcern Verizon was koploper in de Dow met een winst van 1,9 procent.

Beleggers reageerden niet erg enthousiast op de overwinning van AkzoNobel op investeerder Elliott bij de Ondernemingskamer in Amsterdam. PPG Industries, de Amerikaanse branchegenoot die al drie overnamevoorstellen afgewezen zag worden door de Nederlandse verfproducent, werd op Wall Street 0,7 procent minder waard.

Opvallend was het koersverloop van Amazon. Het aandeel van ’s werelds grootste webwinkelbedrijf, dat al langer aan een flinke opmars bezig is, kwam tussentijds voor het eerst boven de 1000 dollar. Uiteindelijk sloot het op 996,70 dollar, een winst van 0,1 procent.

De euro was 1,1185 dollar waard, evenveel als aan het einde van de beurshandel in Europa eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 0,7 procent tot 49,47 dollar. Brentolie werd 1,2 procent goedkoper en bracht per vat 51,68 dollar op.