Onderschat rol van vader in geloofsopvoeding niet
Ds. Ype Schaaf, in de jaren tachtig van de vorige eeuw hoofdredacteur van het Friesch Dagblad, zei het kernachtig: „Kinderen leren van vader het vak, van moeder het geloof.” Met enige nuancering wordt ook binnen de reformatorische kring zo gedacht. Moeder heeft grote invloed op de godsdienstige ontwikkeling van een kind. Dat zal zeker waar zijn. Maar de kerkgang van vader heeft minstens zo veel invloed.
De meeste mensen slaan voor het gemak de kleine lettertjes maar over. Lezers menen dat deze voetnoten slechts gaan over details, interessant voor specialisten en voer voor muggenzifters. Denkt men…
Bij aankoopovereenkomsten slaat de consument doorgaans evenmin acht op de kleine lettertjes. Die staan er naar hun overtuiging alleen maar voor het geval het verkeerd gaat. Dan is het vroeg genoeg om ze te lezen. En kom je er dan even niet uit, dan zijn er altijd nog juristen en experts die de disclaimers, opschortende voorwaarden of uitsluiting van aansprakelijkheid kunnen uitpluizen. Of het verstandig is te wachten tot het moment dat het misgaat?
Zwitserland
Te vaak vergeten mensen dat de kleine lettertjes soms heel interessante informatie kunnen geven of een detail bieden dat het verschil maakt. Maar om dat te ontdekken, moet je wel je best doen.
Alleen een bevlogen demograaf zal voor zijn genoegen in een ligstoel in de tuin of op het balkon ‘wegduiken’ in de demografische studie van Werner Haug en Philip Warner over de taalkundige en godsdienstige kenmerken van de verschillende bevolkingsgroepen in Zwitserland. Het boekwerk bevat veel cijfermateriaal, statistieken en tabellen, waarbij de hoofdtekst vergezeld gaat van honderden noten. In kleine letters, dat ook nog eens.
Wie deze studie om welke reden dan ook raadpleegt, kan bij geval stuiten op de uitkomsten van een interessant deelonderzoek uit 1994. Inderdaad, het zit weggestopt in een voetnoot, die overigens op zichzelf meer dan een pagina beslaat. In dat jaar deed een Zwitsers demografisch instituut een onderzoek naar de factoren die doorslaggevend zijn voor de overdracht van godsdienstige opvattingen en gebruiken. De resultaten zijn –nog steeds– verrassend.
Terwijl de algemeen heersende opvatting is dat in de praktijk vooral de moeder bepalend is voor de godsdienstige vorming van kinderen, blijkt uit dit Zwitserse onderzoek dat de invloed van de vader zeker niet moet worden onderschat.
De resultaten van het onderzoek wijzen uit dat wanneer zowel vader als moeder regelmatig de kerkdienst bezoekt, 33 procent van hun kinderen dat later ook zal doen. Nog eens 41 procent van de kinderen zal kerkganger blijven, maar minder frequent naar een godsdienstoefening gaan dan hun ouders.
De cijfers liggen totaal anders als moeder wel regelmatig naar de kerk gaat en vader onregelmatig. Dan gaat maar 3 procent van de kinderen (als ze eenmaal volwassen zijn) nog regelmatig en bezoekt 59 procent af en toe een kerkdienst. De rest, 38 procent, komt nooit meer in de kerk.
Wanneer de vader wel geregeld naar de kerk gaat en moeder slechts af en toe, zal van de kinderen (later) 38 procent met regelmaat de kerkdiensten bezoeken. Dat is dus 5 procent hoger dan wanneer beide ouders regelmatig gaan en zelfs 35 procent meer dan wanneer alleen de moeder trouw kerkganger is en de vader slechts af en toe meegaat. Een opvallend verschil.
Andere deelvragen in het onderzoek wijzen in dezelfde richting: als vader niet met regelmaat naar de kerk gaat, heeft dat later een grotere impact op het verzuim van kerkdiensten van zijn kinderen als die eenmaal volwassen zijn, dan wanneer moeder niet met regelmaat gaat.
De Zwitserse onderzoekers trekken de conclusie dat wanneer de vader geregeld ter kerke gaat de verwachting gewettigd is dat tussen de twee derde en de driekwart van zijn kroost dat later ook doet, ongeacht of moeder kerkelijk meelevend is of niet.
Dynamiet
De Engelse onderzoeker Robbie Low, priester binnen de Anglicaanse Kerk, typeerde enkele weken geleden tijdens een conferentie in de VS de uitkomsten als „dynamiet.” Dat is misschien wel te veel gezegd. Men moet ook bedenken dat Low van Amerikaanse komaf is. Amerikanen gebruiken liever de overdrijving dan het understatement waar de Britten graag voor kiezen. Desondanks zijn de uitkomsten van het Zwitserse onderzoek opvallend.
In de laatste decennia is, in reactie op de emancipatiedrang en -dwang vanuit de moderne samenleving, binnen de gereformeerde gezindte steeds met nadruk gezegd dat moeder in het gezin moet zijn. Zwaarwegend argument daarvoor is dat vooral zij een belangrijke taak heeft als het gaat om de godsdienstige vorming van jonge kinderen. Dat is ook onmiskenbaar zo. En dan blijkt nu dat vader minstens zo belangrijk is, of misschien nog wel belangrijker.
Natuurlijk zijn er nuanceringen te maken en kritische kanttekeningen te plaatsen. Sommige wetenschappers zeggen: één onderzoek is geen onderzoek. Toch is dat iets te gemakkelijk. De onderzoeksmethode van Haug en Warner is geen punt van discussie geweest toen ze andere trends boven water wilden halen en de uitkomst beter paste bij een algemeen bekend beeld. Nu de einduitkomst afwijkt van hetgeen gangbaar is, lijkt de neiging te bestaan om het af te doen als niet-valide. Al is het waar dat herhaling zeker zinvol zou zijn.
Evenzo is het goed om te bedenken dat cijfers niet alles zeggen. Statistici, die doorgaans smullen van enquêteresultaten, zeggen zelf dat cijfers en percentages maar een deel van de werkelijkheid weergeven. Zeker als ze los van de achterliggende omstandigheden worden gezien.
Dienstwerk
Een belangrijk aspect bij de weging van dit onderzoek is dat in Zwitserland veruit de meeste kerken zogenoemde volkskerken zijn. Veel mensen zijn nominaal lid. Kerkgang is voor hen niet vanzelfsprekend. De traditie (die binnen de kerken van de gereformeerde gezindte gelukkig nog steeds bestaat) dat men ’s zondags naar gewoonte opgaat naar Gods huis, kent men daar veel minder.
Dat neemt niet weg dat de uitkomsten van dit onderzoek ook voor de kerken en kerkleden in ons land stof tot nadenken geven. Er zijn signalen dat de kerkgang in ons land, ook binnen afgescheiden kerken, niet altijd meer even vanzelfsprekend is. De tweede dienst, die van zondagmiddag, staat onder druk, om maar te zwijgen van eventuele kerkdiensten door de week. Daarvan werd al langer gezegd dat die vooral voor de liefhebbers waren, maar het aantal liefhebbers wordt wel steeds kleiner.
Bij de godsdienstige vorming wordt vaak vooral naar moeder gekeken. Maar vader heeft een even belangrijke taak. Wie de Bijbel serieus neemt, wist dat wel. Hij wordt gezien als de priester van het gezin. Dat betekent: getrouw het dienstwerk vervullen. Ouders hebben beiden een taak. Wat zij doen en zeggen, werkt door in de volgende generaties.