Bijna 200 haatuitingen tegen christenen Europa in 2016
In 2016 hebben zich zeker 191 gevallen voorgedaan van uitingen van haat tegen christenen. Dat gebeurde in zestien Europese landen.
Dat concludeert het Observatory on Intolerance and Discrimination against Christians in Europe in haar maandag gepubliceerde rapport over 2016. Het overgrote deel van de gemelde incidenten betreft vernielingen of beschadigingen van kerken of andere plaatsen van verering. Nederland komt één keer voor in het overzicht.
Net als in 2015 registreerde het in Wenen gevestigde instituut verschillende gevallen van geweld tegen christenen in opvanglokaties van vluchtelingen. Christelijke scholen en begraafplaatsen waren ook regelmatig doelwit.
De ingrijpendste voorvallen deden zich voor in Frankrijk en Duitsland. In Frankrijk werd in het Franse Saint-Etienne-du-Rouvray in een kerk de keel van de priester Jacques Hamel (84) doorgesneden door twee moslims. In Frankrijk brandde in Fontainebleau ook een kerk uit de zestiende eeuw uit na brandstichting.
In augustus 2016 kwam een Duitse vrouw om het leven door een aanval van een „anti-theïst.” In Duitsland vond 20 december ook de aanslag plaats op de Berlijnse kerstmarkt met een vrachtwagen. Daarbij kwamen twaalf mensen om en raakten vijftig mensen gewond. Een 24-jarige Tunesiër die banden had met Islamitische Staat (IS) pleegde de aanslag.
Vanuit Spanje kwamen 41 meldingen binnen bij het observatorium; 21 daarvan vonden plaats in een kerk of bedehuis.
Het observatorium wijst ook op de vernieling van diverse kruizen op bergtoppen in en rond de Alpen.
In Italië waren vooral kerken het slachtoffer van aanvallen en vandalisme, aldus het jaaroverzicht.
In België waren moslimextremisten betrokken bij twee van de vier incidenten tegen christenen, meldt het rapport.
In Zweden vonden vier gevallen van haat tegen christenen plaats.
Nederland komt één keer voor in het rapport: op 23 december vonden vernielingen in en aan een kerk in Utrecht plaats.
De gegevens worden verwerkt in het jaarlijkse rapport van de OSCE Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR). Dat komt 16 november uit.
Ellen Fantini, directeur van observatorium, benadrukt dat de cijfers geen compleet beeld van de situatie in Europa geven, omdat het instituut bij de inventarisatie zich beperkte tot incidenten die vallen binnen de definitie van het ODIHR. Fantini stelt dat zich ook nog tal van gevallen van intolerantie, discriminatie tegenover christenen hebben voorgedaan. „Door heel Europa zijn christenen dwarsgezeten en veroordeeld en zelfs vastgezet vanwege uitlatingen. Door christenen geleide bedrijven zijn financieel geruïneerd. Christelijke studentengroepen zijn de mond gesnoerd; en christelijke symbolen en feestelijkheden zijn uit de publieke ruimte geweerd. Christenen en niet-christenen zouden samen bezorgd moeten zijn over de voortdurende inbreuk op de rechten van medeburgers.”