Akzo weerspreekt kritiek aandeelhouders
Verf- en chemiebedrijf AkzoNobel noemt het afwijzen van de avances van de Amerikaanse branchegenoot PPG weloverwogen. Dat betoogden advocaten van het bestuur van AkzoNobel maandag bij het gerechtshof in Amsterdam.
Een groep aandeelhouders onder aanvoering van Elliott verzocht de rechter om een ontslag van president-commissaris Antony Burgmans, die de boot afhield, of op zijn minst een speciale aandeelhoudersvergadering over diens functioneren. Ook werd er gevraagd om aanstelling van een of meer onafhankelijke commissarissen om toe te zien op gesprekken met PPG.
Volgens Akzo moeten de verzoeken van Elliott en een groep sympathiserende aandeelhouders, die gezamenlijk een belang van nog geen 18 procent hebben, worden afgewezen. Een vertrek van Burgmans zou niets uitmaken omdat de beslissing PPG de deur te wijzen niet alleen door Burgmans, maar unaniem is genomen. Ook is er volgens Akzo geen „fundamenteel recht” om een aandeelhoudersvergadering aan te vragen, zoals Elliott had betoogd.
De aandeelhouders uitten ter zitting hun zorgen over de zelfstandige koers van AkzoNobel. Gesprekken met PPG over een overname zouden daarom zinvol zijn en niet zonder meer moeten worden afgewezen.
Een van de advocaten van Akzo noemde die zorgen met een knipoog „ontroerend”. Hij suggereerde dat de werkelijke zorgen een afweging waren tussen snel geld bij een overname of geld op langere termijn bij een zelfstandige toekomst van Akzo.
Verwijten dat Akzo zijn aandeelhouders onvoldoende zou hebben toegelicht wees het bedrijf van de hand. „Er zijn meer dan 160 investormeetings geweest, waarvan 20 met Elliott en de andere vertegenwoordigde partijen”, zei de advocaat van Akzo. Een informerende aandeelhoudersvergadering zou daarom ook niet nodig zijn.
Ook Burgmans zelf benadrukte namens de raad van commissarissen dat tot de afwijzing van PPG zorgvuldig en op basis van de feiten was besloten, ook al was de toenadering van PPG „buitengewoon agressief”. „Wij hebben nooit zomaar tegen PPG ‘go away’ gezegd.”
De uitspraak volgt in principe over precies een week, dus op maandag 29 mei na sluiting van de beurs.