Consument

Thuis een Drentse turf bakken

Als toerist bekijk je de dingen waar je in je eigen buurt zonder erg in te hebben aan voorbijgaat opeens met belangstellende ogen. In een onbekende stad vallen je in een door grote ketens gedomineerde winkelstraat de fraaie gevels erboven op. In een druipend bos zie je plotseling dat de beuken al uitgelopen zijn, en de lariksen. In de Keukenhof ga je haast onvermijdelijk, net als alle andere bezoekers, op je knieën voor tulpen en krokussen. Wat je in je eigen tuin nooit zou doen. Je bent er even uit en je bent graag bereid je te laten verbazen, zo zal dat wel zitten.

Geertje Bikker-Otten
20 May 2017 13:35Gewijzigd op 16 November 2020 10:36
beeld Geertje Bikker-Otten
beeld Geertje Bikker-Otten

Wie als herinnering aan zo’n ervaring iets mee naar huis wil nemen, kan op allerlei plaatsen terecht voor een souvenir uit de oven. Zo hebben Veluwse bakkers wel Uddelermeertjes en Echoputjes in het assortiment, het laatste verwijzend naar een historische put in de regio Apeldoorn. In de buurt van Holten bakken ze Holterbergmoppen. En in Amersfoort hebben ze boterkoekjes met de naam Amersfoortse keitjes. De inwoners van deze stad worden namelijk ook wel ”keientrekkers” genoemd. En zo zijn er vast nog tientallen andere voorbeelden, afhankelijk van de regio waar je als toerist je neus om de hoek steekt.

Maar je kunt natuurlijk ook, eenmaal thuisgekomen, zelf proberen zo’n lokale specialiteit te bakken. Tijdens een fietstocht over de Hondsrug kwam de Drentse turf op mijn pad. Dat is een donkerbruin baksel met nootjes en fruit en lekker kruidig van smaak met iets van citrus erin. Vermoedelijk niet anders dan een variant op een kruidkoek, maar dan royaal gevuld. En in een platte vorm gebakken, zodat je er gemakkelijker brokjes dan plakjes van snijdt.

Een recept werd er niet bij geleverd. Maar zo’n koek blijkt thuis aan de hand van de herinnering prima te reconstrueren te zijn. Het is een koek die eigenlijk niet kan mislukken. Er hoeft niets te worden geklopt of gekneed. Alleen roeren is voldoende. Ik gebruikte een langwerpige vorm, met het oog op het turfmodel. Qua bestanddelen zijn er allerlei varianten denkbaar. In plaats van zelfrijzend bakmeel kan er ook volkorenmeel worden gekozen, voor een nog voedzamere turf. Gebruik dan wel een heel zakje bakpoeder. Walnoten zouden kunnen worden vervangen door hazelnoten of amandelen, rozijnen door gedroogde abrikozen en/of appel.

Drentse turf

Ingrediënten (voor een bakvorm van ca. 12 x 22 cm)

  • 250 g zelfrijzend bakmeel

  • 8 g bakpoeder (0,5 zakje)

  • 250 g donkere basterdsuiker

  • 3 tl koekkruiden

  • snufje zout

  • 75 g gehakte walnoten

  • 100 g rozijnen

  • geraspte schil van een halve sinaasappel

  • sap van 1 sinaasappel (ca. 80 ml)

  • 240 ml melk

Bereiding

Verwarm de oven voor op 175 graden (hete lucht: 160 graden). Vet de bakvorm in of bekleed hem met bakpapier. Kraak, als hele walnoten worden gebruikt, de noten en hak ze fijn. Rasp de sinaasappelschil. Pers de sinaasappel uit.

Meng het meel, het bakpoeder, de suiker, de koekkruiden, het zout en de sinaasappelrasp door elkaar. Roer er daarna de melk en het sinaasappelsap door. Voeg tot slot de rozijnen en de nootjes toe. Schep alles goed door elkaar. Giet het deeg daarna in de bakvorm. Bak de turf ongeveer 45 minuten in de oven. Test of de koek gaar is door er een cocktailprikkertje in te steken. Als dat er schoon uitkomt, kan de turf uit de oven.

Laat de koek afkoelen op een rooster. Snijd hem in blokjes of reepjes.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer